Voormalig predikant en NGK komen niet tot elkaar
KAMPEN. De beschuldiging die hij uit, is niet mis. Volgens voormalig predikant J. Plantinga, die zich onlangs onttrok aan de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), zouden deze kerken de leer van de alverzoening tolereren. Maar Plantinga krijgt geen gehoor bij de NGK.
Plantinga (69) was tot begin dit jaar lid van de Nederlands gereformeerde kerk in Kampen. Tot zijn emeritaat in 2000 was hij krijgsmachtpredikant. Daarvoor diende hij als gemeentepredikant in Zwartsluis (1977-1980). Twee weken geleden maakte de ngk in Kampen bekend dat Plantinga zich aan de gemeente had onttrokken.
„Ik heb over het tolereren van onder andere de leer van de alverzoening een gesprek gehad met een delegatie van de ngk in Kampen”, zegt Plantinga telefonisch vanuit zijn woonplaats Sint Jansklooster. Ook stelt hij bij het Nederlands Gereformeerd Seminarie, dat vorig jaar werd opgeheven, een signaal te hebben afgegeven. Hij zegt geen contact gezocht te hebben met de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding (NGP). Plantinga: „Ik richt me in eerste instantie op de kerk, die iets tolereert wat on-Bijbels is, en niet op personen of opleidingen. Ik heb mijn opvatting geïllustreerd met geluidsfragmenten waarop te horen is dat een predikant die lesgeeft op de NGP, de alverzoening leert.”
Plantinga is van mening dat de kerkenraad onjuist handelt door zijn bezwaren niet door te geleiden naar een meerdere vergadering. „Ik heb mijn opvattingen aan allerlei mensen gedurende een aantal jaren mondeling en in augustus vorig jaar via een brief aan de Kamper kerkenraad bekendgemaakt. Zo’n kennisgeving in mijn ogen voldoende om als bezwaarschrift te kunnen worden beschouwd.”
Geen contact
Met de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding heeft Plantinga geen contact gezocht, zegt de voorzitter van de NGP, B. P. Vreugdenhil. „Het bestuur heeft via de media moeten vernemen dat wij zouden dwalen in het toelaten van de leer van de alverzoening. Maar noch bij het bestuur, noch bij de docenten heeft Plantinga ooit enig bezwaar ingediend.”
Vreugdenhil zegt na de mediaberichten over de kwestie zelf contact te hebben opgenomen met Plantinga. „Daarop heeft hij mij een afschrift van de brief gestuurd die hij verzonden heeft aan de kerkenraad van de ngk Kampen. Ik heb de geluidsfragmenten beluisterd, waarin te horen zou zijn dat een Nederlands gereformeerd predikant de alverzoening leert. Op mij werkte dat tamelijk ontnuchterend. Volgens mij is de beschuldiging niet hard te maken.” De NGP-voorzitter neemt het Plantinga kwalijk dat hij „suggestieve standpunten” inneemt, terwijl „hij niet eens contact heeft opgenomen met de predikant die hij beschuldigt.”
Desalniettemin heeft zowel het bestuur van de NGP als de kerkenraad van Kampen volgens Vreugdenhil contact opgenomen met de betreffende predikant. Vreugdenhil daarover: „Wij hebben geen grond voor de beschuldigingen kunnen ontdekken.”
Ds. W. Smouter, voorzitter van de landelijke vergadering van de NGK, heeft de indruk dat Plantinga vindt „dat vroeger alles beter was. Als iemand dat gevoel heeft, is het heel lastig om daarop te reageren.” De predikant uit Apeldoorn herkent zich niet in de visie van Plantinga dat de alverzoening getolereerd zou worden in de NGK. „Als Plantinga dat beweert, moet hij met toetsbare zaken komen die hij met betrokkenen heeft besproken. Lichtelijk en ongehoord oordelen mag echt niet.”
Oordeel
De Apeldoornse predikant wijst erop dat in dezelfde week waarin Plantinga zich aan de NGK onttrok, op de website van deze krant een theologenblog verscheen van prof. dr. Jaap Dekker, die namens de NGP bijzonder hoogleraar is aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Daarin staat onder meer de zinsnede: „God rekent voorgoed af met alle kwade machten en wie zich daaraan overgeven. Dat maakt het laatste oordeel tot een onopgeefbaar geloofsartikel.” Ds. Smouter: „Dat bewijst dat er binnen de NGP aandacht is voor het laatste oordeel.”
De kerkenraad van de ngk Kampen schreef op 17 februari in een brief aan het landelijk kerkverband, dat hij Plantinga herhaaldelijk heeft gewezen op de mogelijkheid om zijn bezwaren kenbaar te maken via de kerkelijke weg, „maar ds. Plantinga ziet daar onzes inziens van af.” Plantinga daarover: „Ik zie dat juist de kerken niet de kerkelijke weg volgen, omdat de kerkenraad niet inhoudelijk heeft gereageerd op mijn bezwaren. Ze hebben niet gezegd dat ik verkeerd zat, maar zich ook niet in omgekeerde zin uitgelaten. Als ik een valse leer zou aanwijzen, hadden ze daar iets mee moeten doen.”
Op de website van de ngk Kampen schrijft een van de plaatselijke predikanten, ds. F. R. Bruintjes, dat de kerkenraad er niet uitgekomen is met Plantinga, en dat hij daarom na advies van de regio (classis) is ingegaan op het verzoek van Plantinga om hem als lid te schrappen.
Plantinga is door zijn vertrek uit de NGK kerkelijk dakloos geworden, zo zegt hij. „Ik heb verschillende kerken bezocht, maar nog geen nieuwe gemeente gevonden. Er zijn kerken waar rechtzinnig gepreekt wordt, maar waarin ik het omzien naar elkaar mis. Terwijl dat een belangrijk element is van het gemeente-zijn. Een preek beluisteren kan ik ook via internet. En zo lang ik nog geen kerkelijk onderdak gevonden heb, doe ik dat ook, naast het bezoeken van allerlei kerken.”
Zie ook:
Ds. Plantinga verlaat NGK om alverzoening (Reformatorisch Dagblad, 8 maart 2016)