Christus’ lijden
Filippenzen 2:6
„Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn.”
God lijdt meer dan enig ding, meer dan alle mensen en schepselen, meer dan alle dingen lijden. Zoals het bloed van een schaap kostbaarder is dan het bloed van duizend adders, padden en serpenten, zo is het bloed van een mens meer waard dan het bloed van duizend schapen, het bloed van een koning dan het bloed van duizend gewone mensen en het bloed van God dan het bloed van alle mensen.
Daarom kunnen de zonden van alle mensen de prijs die daarvoor is betaald niet te boven gaan, omdat onze zonden mensenzonden zijn terwijl Christus’ lijden Gods lijden is.
Nu, God bemint meer het bloed van Zijn Zoon, dan dat Hij al onze zonden haat (Hosea 11:9).
Indien Adam –een mens– door zijn zonde machtig was om een wereld te verdoemen, zeker zo machtig is God om door Zijn lijden een wereld zalig te maken.
Daarom moest ook Christus noodzakelijk God zijn, om Zijn voldoening aan ons krachtig te maken, om Zijn verdiensten door het geloof ons toe te eigenen, en om ons in bezit te stellen van het verkregen leven en de heerlijkheid (Rom. 5:5-17).
John Wall, predikant te Londen
(”Niemand dan Christus”, 1666)