Volgens de rechtbank zijn er bij de misgelopen ripdeal in de Biesbosch, waarbij No Surrender-voorman Brian Dalfour en zijn Macedonische handlanger Muljaim Nadzak om het leven kwamen, „meerdere scenario’s mogelijk”.

Hoewel de raadslieden van de Belgische verdachten, Samir T. (39) en Mohamed L. (23), menen dat er geen enkel bewijs is, spreekt de rechtbank van „ernstige verdenkingen waarbij het door het Openbaar Ministerie (OM) gevolgde scenario het meest waarschijnlijke is.”

Een Nederlandse verdachte, Roy O. (46), raakte destijds door kogels gewond. Ook zijn verzoek tot invrijheidstelling werd vrijdag afgewezen.

Dalfour, captain van het Amsterdamse chapter van No Surrender, kwam samen met Nadzak op 14 oktober 2015 om het leven. Over wat die dag is gebeurd rond het vakantiehuisje, bestaat veel onduidelijkheid. Het onderzoek naar daders, sporen en munitie is nog in volle gang, aldus officier van justitie Paul Emmen.

In een verklaring wordt gesproken van een interventie door nepagenten getooid met bivakmutsen, die gewapend de trap af kwamen rennen. Kennelijk was dat bedoeld om de roof te maskeren. In het huisje zijn politiebadges gevonden en bebloede biljetten van 50 euro.

Raadsman Arthur van der Biezen betichtte namens verdachte T. het OM onder meer van ‘losse-polsredeneringen’. „Naar een ripdeal neem je geen echt geld mee, maar krantenpapier.”

De advocate van L., Inez Weski, meent dat het OM een ‘blinde vlek’ heeft en er een soort Nederland-België van wil maken. „De blik wordt op België gericht gehouden. Hoe lang blijft het OM daarover nog doorspeculeren?”