Schrappen Zondagswet in alle gevallen verslechtering
DEN HAAG. De Zondagswet verdwijnt. Biedt dat behoudende gemeenten ruimte om de zondagsrust strikter te handhaven dan nu het geval is?
Tien jaar lang vroegen VVD en D66 om afschaffing van de Zondagswet. Nu krijgen ze hun zin. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken komt eind volgende maand met een conceptintrekkingswet, zo beloofde hij donderdag aan de Tweede Kamer.
Plasterk verzette zich tot nu toe steeds tegen de wens van de Kamer om de wet af te schaffen, maar ging donderdag door de bocht. De politieke druk was kennelijk te hoog. D66 dreigde zondag met een initiatiefwet om tot afschaffing te komen.
Er speelt nog iets mee: sinds juni vorig jaar is er niet langer sprake van gedoogsteun van ChristenUnie en SGP voor het kabinet. De noodzaak voor het kabinet om maximaal rekening te houden met de wensen van de twee protestantse partijen, is sindsdien stukken minder.
Koopzondagen
De Tweede Kamer vindt in meerderheid dat de bescherming van de zondagsrust geen taak is van de landelijke overheid, maar van de gemeenten, zo bleek donderdag. Dat is dezelfde redenering die enkele jaren geleden opgeld deed rond het besluit om de verantwoordelijkheid voor de winkeltijden over te hevelen van het Rijk naar de gemeenten.
In veel gemeenten zal de afschaffing van de Zondagswet leiden tot meer activiteiten op de eerste dag van de week. De Zondagswet heeft in de praktijk toch een min of meer weerhoudende functie. Als die functie wegvalt, leidt dat ongetwijfeld tot een andere benadering van de zondag; die wordt meer gelijk aan de andere dagen van de week.
Anderzijds moeten de verwachtingen van de weerhoudende functie van de huidige Zondagswet niet al te hoog gespannen zijn. De rust rond de erediensten die de wet regelt, duurt tot 13.00 uur. En de burgemeester kan soms een uitzondering maken die niet goed uitvalt voor de zondagsrust. Dat gebeurt onder meer bij grootschalige evenementen, zoals een etappe van de Tour de France.
Onderscheid maken
Als de Zondagswet er niet meer is, kunnen gemeenten dan besluiten tot een striktere zondagsrust? Om antwoord te geven op die vraag, moet er onderscheid worden gemaakt tussen activiteiten met een openbaar karakter en activiteiten die niet in de openbare ruimte plaatsvinden. Onder die laatste categorie vallen onder meer sportactiviteiten in clubverband en zwembaden die op zondag open zijn.
In artikel 7 van de huidige Zondagswet staat dat gemeenten in hun plaatselijke verordening sport- en ontspanningsactiviteiten van deze tweede categorie niet mogen tegenhouden.
Donderdag tijdens het debat werd al direct duidelijk dat de Tweede Kamer niet af wil van artikel 7. Gemeenten mogen sporten in clubverband en zwemmen op zondag in de nieuwe situatie dus ook niet tegenhouden. Als de Zondagswet er niet meer is, biedt dat voor behoudende gemeenten dus geen mogelijkheden om het sporten op zondag te verbieden of het zwembad op zondag te sluiten. Plasterk suggereerde dat artikel 7 een plekje moet krijgen in de Gemeentewet.
Dan is er nog de eerste groep openbare vermakelijkheden. Daarbij valt te denken aan kermissen, marathons, wielerevenementen en jaarmarkten. Op dit punt krijgen gemeenten in de nieuwe situatie de vrije hand. Dat zal leiden tot onderlinge verschillen. In veel steden en dorpen komt de bijzondere positie van de zondag verder onder druk te staan. Behoudende gemeenten kunnen deze activiteiten op zondag tegenhouden. Maar dat is geen verbetering ten opzichte van de huidige situatie; die ruimte hebben gemeenten nu ook al.
Afschaffing van de Zondagswet zal dus in alle gevallen leiden tot minder zondagsrust.