Kapelle op weg naar afvalvrije samenleving
KAPELLE. Honderd gezinnen die honderd dagen 100 procent afvalvrij leven. Daarvan droomt wethouder Damen van Kapelle. Zijn gemeente start binnenkort een proef waarbij huishoudens de uitdaging aangaan om zo min mogelijk restafval te produceren. „Het moet mogelijk zijn de hoeveelheid restafval met 90 procent te verminderen.”
Het experiment om de restafvalberg in Kapelle fors te doen slinken, heet 100-100-100. Het is een concept dat meer gemeenten inzetten. Zo had er in Alphen aan den Rijn deze week een informatiebijeenkomst over plaats. Op 14 maart gaat 100-100-100 daar officieel van start. Ook gemeenten zoals Bodegraven-Reeuwijk, Capelle aan den IJssel en woerden gaan de uitdaging aan.
In Kapelle is 100-100-100 onderdeel van een breder project, legt CDA-wethouder Damen (Milieu) uit. „In onze gemeente geldt sinds 1 januari het diftar-systeem (gedifferentieerd tarief, JDS). Huishoudens moeten 5 euro betalen als ze hun grijze kliko aan de weg zetten. Zetten ze die er niet, dan hoeven ze niets te betalen. De hoogte van het bedrag dat je jaarlijks kwijt bent hangt dus af van hoe vaak je je restafval aanbiedt, maar overschrijdt per huishouden nooit de 100 euro. Doel is mensen minder restafval te laten verzamelen door beter te scheiden, waardoor hun rolcontainer minder snel vol raakt. 100-100-100 sluit daar goed op aan.”
Damen zegt dat de gemeente weleens de inhoud van een grijze kliko heeft nagekeken. Die bleek voor de helft te zijn gevuld met groente-, fruit- en tuinafval (gft), voor ruim 30 procent met papier en karton en voor 7 procent met plastic. „Allemaal materialen die niet meer als afval worden beschouwd, maar grondstoffen zijn voor hergebruik. Met zulke percentages aan afval, bij elkaar bijna 90 procent, dat niet in de rolcontainer hoort, ligt het voor de hand dat er voor veel gezinnen nog veel winst is te behalen op het gebied van afvalscheiding.”
Aansporing
Damen meent dat mensen van goede wil zijn, maar vaak ongemerkt onvoldoende scheiden. „Ze gooien in de keuken restjes eten weg die eigenlijk in de groene bak horen of ze gooien vleeswaren die over de datum zijn met plastic verpakking en al weg.”
Het verheugt de wethouder dat sinds de invoering van het diftar-systeem het aantal rolcontainers dat in zijn gemeente aan de weg wordt gezet al met de helft terugliep. „De hoeveelheid restafval neemt hier dus al fors af. Mensen vragen zich klaarblijkelijk vaker af: moet dit eigenlijk wel in de grijze bak?” Onbewust weten ze volgens Damen dat dan de minicontainer minder vaak hoeft te worden geleegd, wat scheelt in de portemonnee. „We willen niet dat de inwoners het diftar-systeem als een soort straf zien, eerder als een aansporing om te besparen.”
Het project 100-100-100 heeft onder meer als doel dat er een gedragsverandering ontstaat. „Als je aan het koken bent, zou je er eens bij stil moeten staan hoeveel verpakkingsmateriaal je gebruikt. Die bloemkool kun je bij aanschaf in een plastic zakje doen, maar je kunt hem ook los in je winkelwagen leggen. In de supermarkt moet je er al op gericht zijn producten in te slaan die zo min mogelijk afval opleveren.”
Afvalmeter
Tot nu toe meldden zich ruim dertig huishoudens voor deelname aan de proef, die loopt van 4 april tot en met 11 juli. Ze kunnen via het online platform kapelle.100-100-100.nl ervaringen, tips en ideeën uitwisselen.
Restafval van de deelnemende huishoudens wordt gedurende het experiment afzonderlijk opgehaald en gewogen, het gewicht kunnen de deelnemers via een afvalmeter op het internetplatform aflezen zodat ze hun voortgang met die van anderen kunnen vergelijken.
Het einddoel is een volledig afvalvrije samenleving in Kapelle. Damen: „In feite gaat het er niet om dat mensen die bak minder vaak buiten zetten, maar dat er een mentaliteitsverandering ontstaat.”
