Eeuwig
Psalm 2:7b
„Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.”
We moeten weten en kennen dat Jezus Christus de Zoon van God is (Ps. 2:7 en Joh. 1:14). Niet dat Hij de Zoon van God door schepping is, zoals de engelen en Adam geschapen waren; noch dat Hij de Zoon van God door aanneming is, gelijk de heiligen zijn. Hij is echter de natuurlijke Zoon van God, door een eeuwige generatie, zoals Hij God is, van hetzelfde wezen en natuur als de Vader, zoals kinderen van hetzelfde wezen als hun ouders zijn. Hij wordt wel genoemd de Vader der eeuwigheid (Jesaja 9:5), maar dat is ten aanzien van Zijn wezen, niet ten aanzien van Zijn zelfstandigheid.
De wijze en manier waarop dat plaatsvond, is onuitsprekelijk en onbegrijpelijk. „Want wie kan Zijn geslacht verhalen?” In een natuurlijke generatie is de vader eerder dan de zoon, de zoon is minder dan de vader en de natuurlijke zoon krijgt zijn wezen van de vader. Maar in deze generatie is de Vader niet eerder dan de Zoon, want Christus is Zijn Zoon van alle eeuwigheid. Anders zou er een tijd geweest zijn dat God zonder Zoon was en dus geen Vader is geweest.
John Wall,
predikant te Londen
(”Niemand dan Christus”, 1666)