Krijgsraad beraadt zich over Decembermoorden
PARAMARIBO (ANP). De Surinaamse krijgsraad heeft tot 6 mei de tijd nodig om te besluiten of en hoe eventueel het proces tegen de Surinaamse president Desi Bouterse en 22 andere verdachten van de Decembermoorden wordt voortgezet. Dat zei de voorzitter van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, vrijdag tijdens de hervatting van de strafzaak.
Op 8 december 1982 martelde en vermoordde het toenmalige militaire regime van Bouterse vijftien tegenstanders van het bewind in Fort Zeelandia. Dat was toen het hoofdkwartier van de militaire machthebbers.
Vrijdag was er na ruim 3,5 jaar voor het eerst weer een zitting in deze in Suriname zeer gevoelige zaak. De krijgsraad schorste het proces in 2012, nadat het Surinaamse parlement een omstreden amnestiewet had aangenomen. Deze wet regelt dat alle verdachten van de Decembermoorden vrijuit gaan.
De schorsing was nodig zodat het Constitutioneel Hof zou kunnen toetsen of de Amnestiewet niet in strijd is met de Surinaamse grondwet. Maar zo’n hof bestaat (nog) niet in Suriname.
De hoogste rechter in het land gaf eind vorig jaar het Openbaar Ministerie opdracht de vervolging weer op te pakken. Dit gebeurde nadat de nabestaanden van de slachtoffers hierom hadden gevraagd.
Die nabestaanden zijn teleurgesteld dat er weer uitstel is. „Weer hetzelfde van hetzelfde”, concludeert hun advocaat Hugo Essed. Een lichtpuntje is wel dat de krijgsraad gezegd heeft in mei inhoudelijk te zullen ingaan op de zaak, vindt hij.
De advocaat van Bouterse, Irwin Kanhai, vindt het jammer dat hij vrijdag niet het woord kreeg. Eerder gaf hij aan verbaasd te zijn over het besluit van het Hof van Justitie om het proces weer voort te laten zetten.