Nederland neemt afscheid van prinses Juliana
Nederland heeft dinsdag definitief afscheid genomen van prinses Juliana, de oude koningin en de moeder van koningin Beatrix, het huidige staatshoofd. Dat gebeurde op straat, thuis en op kantoor voor de televisie.
Haar laatste tocht vanaf het Paleis Noordeinde in Den Haag, de kerkdienst en de bijzetting in de koninklijke grafkelder van de Nieuwe Kerk in Delft voltrokken zich goeddeels volgens de planning en zonder grote problemen.
De sfeer die in woord en beeld tot het volk kwam, was er een van ingetogenheid en van eenvoud. Dat laatste voorzover de dwang van het ceremonieel vertoon, dat nu eenmaal kleeft aan de leden van de koninklijke familie, dit toeliet.
Prinses Juliana overleed op zaterdag 20 maart op Paleis Soestdijk op 94-jarige leeftijd, in het bijzijn van haar man prins Bernhard en haar dochters Beatrix, Irene en Margriet. Een longontsteking, in combinatie met haar zwakke gestel, bleek fataal. Ze leefde al enige jaren teruggetrokken en liet zich niet meer in het openbaar zien.
De laatste dagen brachten ongeveer 50.000 mensen haar een laatste groet, toen zij lag opgebaard in het Haagse Paleis Noordeinde. Tot en met dinsdag gold een rouwperiode, waarin regering en parlement terughoudend en in relatieve stilte hun werk deden. Sommige politici vonden de periode te lang duren. Het hof neemt een langere periode van rouw in acht, tot en met 10 april.
Hoewel de schok van haar dood minder groot leek dan bij het overlijden van prins Claus in oktober 2002, waren er dinsdag toch duizenden belangstellenden op de been. Volgens opgave van de politie waren er op de Markt in Delft 35.000 mensen op de been en in Den Haag 25.000. Sommigen hadden al in de nacht van maandag op dinsdag hun plek ingenomen.
De stoet, waarvan onder meer ere-escortes van politie en militairen te paard deel uitmaakten, vertrok rond kwart voor tien vanaf Paleis Noordeinde voor een tocht van 13,2 kilometer via Rijswijk naar Delft. De kist werd vervoerd in een door acht Friese paarden getrokken lijkkoets. Indachtig de wens van de overledene had de paarse koets witte accenten: de vitrage en de pluimen van Struisvogelveren op het dak van de koets.
Gezeten in een galaberline reden kroonprins Willem-Alexander, prins Carlos, prins Maurits en de heer Bernardo Guillermo, de vier oudste kinderen van de vier dochters van prinses Juliana, mee in de stoet vanaf het Haagse paleis.
Koningin Beatrix en haar drie zussen, de prinsessen Irene, Margriet en Christina voegden zich in Rijswijk, bij het opleidingscentrum van Defensie, bij de stoet. De dochters van prinses Juliana waren naar de wens van hun moeder in het wit gekleed, met zwarte accenten. Langs de route tussen Den Haag vormden militairen en veteranen de erewacht. Toeschouwers toonden zich onder de indruk. „Bescheiden, precies zoals onze koningin is geweest”, typeerde een van hen het schouwspel.
Behalve onder de indruk waren toeschouwers op de Markt in Delft ook nieuwsgierig. Die betrof vooral de vraag of prins Bernhard en prinses Margarita kwamen opdagen in de kerk. Dat bleek het geval. De aanwezigheid van de 92-jarige Bernhard was enige tijd onzeker wegens zijn broze gezondheid. Margarita, de dochter van prinses Irene, leeft naar verluidt in onmin met de koninklijke familie. Haar man Edwin de Roy van Zuydewijn was niet uitgenodigd, zo bevestigde de Rijksvoorlichtingsdienst.
De veertien kleinkinderen van Juliana staken aan het begin van de kerkdienst gezamenlijk vier kaarsen aan rondom de kist. Vier kleindochters spraken daarbij bijbelteksten uit over het licht na de dood.
In de opmaat naar de bijzetting in de grafkelder was het woord aan remonstrantse predikante W. Hudig-Semeijns de Vries van Doesburgh. Zij was jarenlang de gesprekspartner van de prinses op theologisch en spiritueel gebied. De keuze voor haar als voorganger van de kerkdienst veroorzaakte ophef in de hervormde kerk omdat traditioneel de uitvaarten worden voorgegaan door een hervormde geestelijke.
Hudig memoreerde Juliana als iemand met een „heel eigen spirituele overtuiging” die „niet werd ingegeven door kerkelijke dogma’s of wetten”. Veel aandacht besteedde de predikante aan de eenvoud en de warmte van de prinses. „Iedereen vond haar bijzonder, maar zij wilde graag gewoon zijn”, zei ze. Daarin kon Juliana ook overdrijven, aldus de predikante, bijvoorbeeld door op haar verjaardag toastjes met zalm te luxe te vinden.
Maar wat haar zo bijzonder maakte, was volgens Hudig haar warme hart. „Daarin was zij altijd misschien het meest koninklijk in de diepste zin van het woord: werkelijk betrokken bij haar volk in tijden van nood en verdriet.”
Toen het moment van de bijzetting was aangebroken, klonk in de kerk muziek van Edvard Grieg. Acht grenadiers namen de kist op hun schouders, de trappen af naar de grafkelder. Prins Bernhard, ondersteund door zijn dochters Beatrix en Irene, volgde en na hen gingen ook Margriet, Pieter van Vollenhoven en prinses Christina de trappen af. Zij bleven enkele minuten in de grafkelder voor een allerlaatste groet.
Rond twee uur dinsdagmiddag was de uitvaart van prinses Juliana, van 1948 tot 1980 een geliefde koningin der Nederlanden, voorbij. Kóningin Juliana, zoals ze nu na de bijzetting weer wordt genoemd. Terwijl koningin Beatrix met een aantal hooggeplaatste gasten op weg was naar paleis Noordeinde, verschenen in rond de kerk in Delft de eerste gemeentelijke veegwagens.