„Opdat ik Hem kenne…”

Wij moeten Christus leren kennen in Zijn menswording, die zo kan worden beschreven dat Jezus Christus de tweede Persoon in de Drie-eenheid, de Zoon van God, God en mens samen verenigd is, opdat God en de mens mochten verenigd worden, die door de zonde van elkaar gescheiden waren. Jezus Christus is de tweede Persoon in de Drie-eenheid, Die de Wijsheid des Vaders is, om ons te leren dat de goddelijke natuur niet als het Wezen, maar Persoonlijk, niet eigenlijk, maar ten opzichte van de tweede Persoon mens geworden is. Want indien de goddelijke natuur, het Wezen Gods, mens geworden was, dan zouden de Vader en de Heilige Geest evengoed mens geworden zijn als de Zoon. Dat was de dwaling van Sabellius, een kerkleraar uit de Oude Kerk, die de drie onderscheiden Personen loochende en beweerde dat het maar drie Namen waren. Zo waren ze vervolgens gedwongen te zeggen dat de Vader en de Heilige Geest evengoed mens geworden en voor onze zonden gestorven waren als de Zoon. Nu is Jezus mens geworden. De orde der Drie-eenheid vereiste dat: indien de Vader mens geworden was, dan zou Hij minder zijn geweest dan de Zoon. Indien de Heilige Geest mens geworden was, dan zouden er twee Personen in de Drie-eenheid geweest zijn. Maar de tweede Persoon, als de Zoon, was het bekwaamst om ons tot zonen Gods te maken.

John Wall,
predikant te Londen

(”Niemand dan Christus”, 1666)