Binnenland

Aan de goede kant van de geschiedenis in Calais

Christelijke vrijwilligers zijn soms weken in de Jungle in Calais en delen lief en leed met migranten. Ze maken de keus om er te zijn voor hun naasten onderweg. Zelfs als dat ten koste gaat van hun eigen veiligheid.

Johan Hardeman
3 March 2016 21:12Gewijzigd op 16 November 2020 01:54
Met een kinderwagen door de modder.  beeld AFP
Met een kinderwagen door de modder.  beeld AFP

Annerieke van Oostende schrok wakker van het geschreeuw. In haar caravan stonden twee jongemannen met pepperspray te zwaaien. „We willen geld en mobiele telefoons”, riepen ze. „Ik heb niks”, was het enige wat ze kon uitbrengen.

De overvallers namen daar geen genoegen mee. Ze duwden haar aan de kant en doorzochten haar hele caravan totdat ze haar mobiele telefoon vonden. Het enige wat Van Oostende kon doen, was bidden. „Heere, laat ze weggaan.” Ze was doodsbang. Ten slotte vertrokken de overvallers, terwijl Van Oostende huilend achterbleef.

Sinds die ellendige nacht drie maanden geleden heeft Van Oostende geen minuut meer in het vluchtelingenkamp geslapen. Ze zou het niet eens meer kunnen. Als ze een weekend in Calais is, verblijft ze in een nabijgelegen hotel.

De Zeeuwse (uit Middelburg) laat zich niet wegjagen, maar kijkt sinds de overval wel beter uit. Zo loopt ze niet meer zonder begeleider door het kamp. „Ik blijf het kamp wel gewoon bezoeken. Mijn leven is in de handen van de Heere.”

Van Oostende is een van de vele christelijke vrijwilligers in de Jungle. Ze ziet haar werk als een opdracht van God. Al een halfjaar bezoekt ze eens in de twee weken het kamp. Ze komt over de vloer bij verschillende vluchtelingen en probeert hun de liefde te geven waar ze zo naar snakken.

De meeste immigranten zijn in de twintig en komen alleen. Ze hebben niemand die om hen geeft. „Ik ben hier als een moeder voor veel mensen”, zegt Van Oostende. „Ik wil hun een luisterend oor bieden en liefde en aandacht geven.”

Hulp is in het vluchtelingenkamp meer dan welkom. De Jungle is de grootste krottenwijk van Europa. Het is een plek waar het recht van de sterkste heerst. In de tenten en zelfgebouwde hutten wonen vooral jonge, mannelijke vluchtelingen die naar Engeland willen. Ze proberen ongezien op een vrachtwagen te springen en illegaal mee te reizen via de pont naar Dover of met de trein door de Kanaaltunnel.

De afgelopen maanden zijn vrachtwagenchauffeurs diverse keren met geweld aangehouden door vluchtelingen. Chauffeurs werden bedreigd met pepperspray, messen of honkbalknuppels. Inmiddels is de situatie onder controle.

De Franse politie patrouilleert langs de weg die naast het kamp loopt. Immigranten die het wagen een vrachtwagen aan te vallen, worden door agenten beschoten met rubberkogels en teruggedrongen met traangas.

Overal in de Jungle ligt vuilnis op de grond: stukken plastic en voedselresten. Er is geen vuilophaaldienst, dus iedereen gooit zijn rommel van zich af. De her en der ontstane afvalhopen trekken hordes ongedierte aan. In de hoofdstraat, waar winkeltjes en restaurants zijn geopend, ligt een dode rat tussen het vuil. Even verderop wordt onverpakt voedsel verkocht.

Veel bewoners van het kamp douchen nooit omdat het uren duurt voordat ze aan de beurt zijn. Ze kunnen zich alleen wassen bij enkele schaars aangelegde waterkraantjes. Rondom de toiletblokken ruikt het naar uitwerpselen.

Angst

Juist in deze ellende willen de vrijwilligers van Noodhulp Vluchtelingen – Calais hoop bieden. De groep van 24 Nederlandse christenen is vorige week met bestelbussen vol voedsel en kleding naar Calais gereden. Het is hun tweede reis naar de Jungle. Initiatiefnemers Pieter Barten (28) en Elisa Homan (45) vinden het hun christelijke plicht om hulp te verlenen. „Ik geloof dat God wil dat we naast vluchtelingen gaan staan, hun gelijke zijn”, zegt Homan, die in het dagelijks leven werkt voor stichting Gave, die zich inzet voor vluchtelingen.

Ze maakt geen onderscheid tussen christelijke of islamitische migranten. „Natuurlijk word ik ook weleens bang als ik zie hoeveel moslims er naar Europa komen, maar ik vind juist dat we daarom als christenen moeten opstaan in deze vluchtelingencrisis. We moeten liefde delen, en liefde is sterker dan angst.”

Daarom bezoekt ze vluchtelingen in het kamp, gaat met hen in gesprek en geeft hun als het even kan aandacht. Ook als daar mensen bij zijn die vrachtwagenchauffeurs aanvallen, want dat staat niet op hun voorhoofd gedrukt. Ze willen er voor iedereen zijn.

Barten besloot een jaar geleden zijn leven radicaal aan vluchtelingen te wijden. Hij gaf zijn baan in de ouderenzorg op en werkt nu alleen nog maar als vrijwilliger. Het grootste deel van de werkweek is hij actief voor stichting Gave en de rest van de tijd gebruikt hij om hulpprojecten op te zetten zoals voor Calais.

Zijn keuze leidt ertoe dat hij leeft van zijn spaargeld en nauwelijks iets verdient. Hoewel hij graag op zichzelf zou wonen, woont hij uit geldgebrek thuis bij zijn ouders.

De Scherpenzeler reisde afgelopen jaar de halve wereld over. Hij voetbalde met vluchtelingen in Jordanië, redde kinderen van overvolle boten op het Griekse eiland Lesbos, smeedde vriendschappen in het azc in Amersfoort en reisde tweemaal met een hulpkonvooi naar Calais.

Zijn keuzes kosten hem nauwelijks moeite, zegt hij. „Mensen helpen is heerlijk om te doen. Bovendien, als je het duister in de wereld niet bestrijdt met licht, blijft het voor altijd donker.”

Zijn roomwitte bestelbus zit bomvol voedsel en kleding. De spullen zijn bijeengebracht door vrienden, familieleden en mensen uit de kerk. Hij brengt de hulpgoederen naar een grote betonnen loods even buiten Calais.

Behendig stuurt hij het terrein op. Zoals altijd staat er een file. Vrachtwagens vanuit heel Europa rijden hier af en aan met hulpgoederen voor de vluchtelingen. De spullen zijn afkomstig van vrijwilligers en hulporganisaties.

In het kamp moeten dagelijks 3500 monden gevoed worden, en de Franse overheid voelt zich daar niet verantwoordelijk voor.

Muf

In de loods worden hulpgoederen uitgezocht en gedistribueerd. Er zijn een grote gaarkeuken en een hal waar net binnengekomen kleding wordt uitgezocht. In metershoge rekken staan dozen met tweedehands kleren.

Het ruikt er muf. Vrijwilligers, gehuld in fluorescerende hesjes, sorteren vuilniszakken en tassen met binnengekomen tweedehands kleren. De voertaal in de loods is Engels, maar hier en daar spreken mensen Frans, Vlaams of Nederlands.

De loods wordt gerund door vrijwilligers. Er is geen overkoepelende organisatie waar ze bij zijn aangesloten, dus iedereen doet waar hij of zij goed in is. Vaak komen ze zich onaangekondigd melden. Er is altijd wel iets te doen in de loods. De vrijwilligers zijn meestal Brits, vaak vrouw en overwegend met links gedachtegoed. Rosie Whitman uit Bristol is een jonge vrijwilligster die aan al deze stereotyperingen voldoet. Haar blonde bos krullen danst wild rond haar gezicht. Ze distribueert voedsel en zoekt kleding uit.

Waarom ze hier werkt? „Wat er in Calais gebeurt, is vreselijk. Ik vind het heel erg dat mensen in een krottenwijk moeten wonen.”

Net als de vele andere Britse vrijwilligers schaamt ze zich voor haar regering, die nauwelijks migranten toelaat.

De eveneens Britse Hettie Sashenka Colquhoun (23) is coördinator van de loods. Ze vindt het een grote schande dat Engeland zo weinig doet voor vluchtelingen. „Mijn regering helpt nauwelijks, en ik wil het vacuüm vullen dat zij heeft laten ontstaan. Ik begrijp heel goed dat immigranten op een illegale manier naar Engeland proberen te komen. Er is nu eenmaal geen legale manier. Ik vind het oneerlijk dat kinderen van tien jaar illegaal op een vrachtwagen moeten springen om mijn land in te kunnen.”

Het is nog maar de vraag hoelang er nog vrijwilligers nodig zijn in Calais. De Franse overheid is inmiddels begonnen om het grootste deel van het kamp te ontruimen. Ze zijn de illegale praktijken in het vluchtelingenkamp meer dan zat.

Maar dat houdt de vrijwilligers niet tegen. Sommigen blijven helpen totdat er in het kamp geen steen meer op de andere staat. We laten ons door niemand tegenhouden, zegt Colquhoun. „Ik wil later kunnen zeggen dat ik aan de goede kant van de geschiedenis heb gestaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer