Jim Schilder, priester voor keuzekatholieken
Minder kerkgebouwen, minder geld, minder leden. Het is de trend in vrijwel elke kerk in Nederland. De Rooms-Katholieke Kerk loopt daarin voorop. In 2030 zijn nog 300 van de 1500 kerken open, wordt er voorspeld. Toch treden er ook jaarlijks honderden mensen toe tot de kerk.
Het gaat om kleine aantallen voor een kerk die ruim 4 miljoen leden telt: 760 in 2010, 725 in 2011, 530 in 2012, 705 in 2013 en 475 in 2014. De cijfers van vorig jaar zijn nog niet bekend, meldt het Nijmeegse onderzoeksbureau Kaski dat de gegevens verstrekt.
In de Nicolaasbasiliek in Amsterdam treden in de paasnacht –de nacht van 26 op 27 maart– vijftien mensen toe tot de Rooms-Katholieke Kerk. Dat betekent dat ze gedoopt worden of, als ze al gedoopt zijn, het vormsel krijgen toegediend en voor het eerst ter communie gaan, vertelt priester Jim Schilder (59).
Zelf heeft Schilder ook op latere leeftijd de stap gemaakt naar de Rooms-Katholieke Kerk. Hij werd geboren in een vrijgemaakt-gereformeerd gezin en is de zoon van de bekende oudtestamenticus prof. Herman Schilder en broer van psychologe Aleid Schilder, die in haar werk een verband legde tussen een gereformeerde levensovertuiging en het ontstaan van depressies.
Lange tijd deed Schilder niets met het geloof. Geloven was in zijn jeugd „just a fact of life”, en toen hij op eigen benen kwam te staan, zette hij al snel geen stap meer in de kerk. Hij werd journalist.
Totdat hij tijdens een lichte hypnose een jongetje in Zuid-Frankrijk „in stilte gelukkig zag zijn.” Toen het jongetje ouder was geworden en het herdersvak van zijn vader had overgenomen, vond hij op een dag op een berghelling een beschutte plek tussen twee rotsblokken waar hij uren met God praatte. Na die ervaring stond Schilders besluit vast: hij moest die plek vinden. „En ik heb die plek gevonden. Ben daar even van de wereld geweest. Twaalf jaar later was ik in Jeruzalem, en daarna wist ik zeker dat ik naar de kerk moest. Naar een katholieke kerk, omdat daar aan het altaar gebeurt wat Jezus deed bij het laatste avondmaal. Het is niet te verklaren, maar zo werkt het dus, blijkbaar.”
Heeft u nooit gedacht: ik heb me bij die hypnose maar wat ingebeeld?
„Wat is inbeelding? De ervaring was er, het beeld was er, en de emotie waarmee het gepaard ging. Ik leg het zo uit: God zoekt naar een moment waarop iemand aanspreekbaar is. Dat is voor de een het moment dat hij een glaasje wijn drinkt, voor de ander wanneer hij een boswandeling maakt, en voor mij was het dit.”
Maar hypnose…
„Het was niet van dat tv-werk hoor, het was een heel lichte hypnose. Ik was me volledig van alles bewust en kon er elk ogenblik uitstappen. Ik had niet de intentie om een godservaring op te doen, maar kreeg wel deze uitnodiging van boven.”
De gevolgen waren vérstrekkend. Schilder ging tweemaal naar Zuid-Frankrijk. In 2006 –Schilder was toen redactiechef bij opinieblad HP/De Tijd– kwam hij in de Nicolaaskerk in Amsterdam terecht. Daar kreeg hij het vormsel en aan het altaar waar hij nu bijna dagelijks de mis opdraagt, ontving hij zijn priesterroeping, vertelt hij. In 2012 werd hij tot priester gewijd. Sindsdien woont in de pastorie naast de Nicolaasbasiliek. Hier komt jaarlijks een aantal belangstellenden een cursus volgen om meer over het geloof en de Rooms-Katholieke Kerk te weten te komen.
Zij hebben vast niet allemaal zo’n ervaring als u gehad?
„Mijn ervaring gaat vrij ver, inderdaad. En het resultaat is tamelijk heftig. Ik hoor dit soort verhalen ook niet zo vaak. Maar bijvoorbeeld wel dat een volstrekt ongelovig iemand zich in een buitenlandse kerk aangesproken wist door Maria, of door God eigenlijk. Hij had hooguit een ontvankelijke houding, meer niet. Die ervaring was zo krachtig dat hij zich een halfjaar later hier heeft gemeld.
Ook hoor ik regelmatig dat mensen een gevoel van thuiskomen ervaren als ze hier of elders voor het eerst een kerk binnenstappen. Dat kan natuurlijk helemaal niet, omdat ze er nog nooit eerder geweest zijn. Ik noem dat: thuiskomen bij God, uit Wie wij allemaal voortkomen.
De scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, dr. Arjan Plaisier, zei vorig jaar in Trouw dat het allemaal anders moest in de kerk, want als een vreemdeling nu een kerk binnenstapt, ziet hij daar een Chinees schouwspel, oftewel: hij begrijpt er niets van.
Maar dat is niet het probleem. Van belang is dat iemand diep wordt geraakt. Als dat gebeurt, ontstaat er vanzelf honger om het ook te begrijpen.”
Zo’n toeleidingscursus, hoe werkt dat?
„We komen twee perioden van tweeënhalve maand iedere week bij elkaar. Sommige avonden zijn thematisch, bijvoorbeeld een bijeenkomst over Wie Jezus is of wat de eucharistie inhoudt. Verder spreken we over het ontstaan van de Bijbel en over de geschiedenis van Genesis tot de stichting van de kerk. Tussendoor is er ruimte om ervaringen uit te wisselen. Iedereen zit er met zijn eigen verhaal en eenieder ontwikkelt zijn eigen relatie met God. Er is geen standaardgeloof.”
Maar de kerk heeft wel haar eigen leer. Hoe brengt u die over?
„Daarover ben ik heel duidelijk. Ik zeg wat de kerk leert, maar ik ga mensen niet de maat nemen. Natuurlijk, als ik weet dat iemand verkeerd bezig is, ga ik het gesprek aan. Maar ik ga er niet vooraf naar vragen.”
Zijn er veel afhakers tijdens de cursus?
„Ik denk dat een op de vijf afhaakt. Niemand komt hier omdat het moet. We zijn keuzekatholieken. De zes rooms-katholieke kerken in het centrum van Amsterdam trekken samen op zondag 2000 mensen. Zij kunnen ook gaan shoppen, maar kiezen voor de kerk.
Als iemand afhaakt en ineens niets meer van zich laat horen, stuur ik even een mailtje of ik bel. Vaak hoor ik dan helemaal niets meer. Vreemd is dat. Ik heb geen verklaring voor de entree, maar ook niet voor de exit. Helemaal niet als iemand net gevormd is. Ook dan haken er weleens een paar af.”
Hoe weet men u te vinden?
„We hebben het geluk dat we erg zichtbaar zijn, zo vlak bij het Centraal Station. Verder zijn we sinds enkele jaren een basiliek. Dat betekent verder niets, maar het is een eretitel die ook weer mensen trekt. Onze website is up-to-date en heel duidelijk. Dat is tegenwoordig je voordeur. Als ik een mailtje krijg, reageer ik direct. Ik hoef niet meteen een afspraak te plannen, dat kan ook een week later wel. Maar mensen moeten weten dat ze gehoord zijn. Misschien is het wel het eerste bericht ‘naar Boven’ dat zij in hun leven versturen.
Ik heb verder geen strategie over hoe je jezelf als kerk verkoopt. De kerk is geen marketable product.”
Wat voor soort mensen treden er toe tot de RKK?
„Er is geen gemene deler. Dit jaar hebben wij toetreders in de leeftijd van 17 tot 70 jaar, met veel en weinig vooropleiding, gedoopt en ongedoopt, rijk en arm.
De gedachte dat slimme mensen minder met geloven ophebben dan domme mensen is niet vol te houden.”
Verwijst u iemand weleens door naar een andere kerk omdat hij of zij daar misschien beter past?
„Nee. Het hele verschil tussen rooms-katholieken en protestanten speelt trouwens nooit een rol bij toetredingen van ongedoopten. Ze hebben daar überhaupt geen idee van.” Lachend: „Wat dat betreft lost het probleem van de oecumene zich op den duur vanzelf op.
We leggen wel het verschil uit tussen de Oosters-Orthodoxe Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk. En we vertellen dat het ten tijde van de Reformatie een zooitje was in de kerk, dus dat er een Reformatie nodig was. Nou, die heeft ook plaatsgevonden in de Rooms-Katholieke Kerk, dus dat probleem is niet meer aan de orde. Mensen willen hier God leren kennen.”
Is de betrokkenheid van nieuw toegetreden leden groter dan van anderen?
„Niet per se, maar er zitten wel heel betrokken mensen tussen. Zij zetten zich in voor de openstelling van de kerk, doen vrijwilligerswerk en assisteren bij de vieringen.”
U moet over een halfuur de biecht afnemen, vertelde u toen we een afspraak maakte. Welke rol speelt de biecht bij toetredingen?
„Als je al gedoopt bent en toetreedt, bied ik het sacrament van de biecht aan. Dat is bij mij ook gebeurd. Ik vind het een feest om te biechten, want de relatie met God wordt hersteld.
Zesmaal per week neem ik plaats in de biechtstoel. Soms komt er niemand. Soms vier of vijf mensen. Ik heb een pak tissues neergezet, want het kan een emotioneel gebeuren zijn. Zeker als men voor het eerst of na jaren weer biecht. Ik kom veel mensen met psychische problemen tegen of met verslavingen. Seksverslaving bijvoorbeeld. Hier direct achter zitten de dames… Soms verwijs ik door naar een psychiater of naar verslavingszorg. En als ik met iemand verder wil praten, geef ik mijn visitekaartje.
Ik promoot de biecht actief, omdat hij sterk verwaarloosd is in de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk. Het gaat over het verhaal van de verloren zoon. We leven nu in het Jaar van Barmhartigheid. De RKK in Nederland heeft als beeld voor dat jaar het schilderij van de verloren zoon van Rembrandt gekozen. Die barmhartige vader op dat doek vertelt precies waar het in de biecht over gaat. De zoon komt terug in Zijn armen.”
Nicolaasbasiliek
De rooms-katholieke Nicolaasbasiliek in Amsterdam, op een steenworp afstand van het Centraal Station, ontvangt zondags zo’n 300 kerkgangers in haar Nederlandstalige viering. De parochie –die stamt uit de veertiende eeuw– is in 2001 opnieuw opgericht na enkele decennia opgeheven te zijn geweest. In de jaren tachtig waren er plannen om het monumentale gebouw uit 1887 te slopen en de grond te gebruiken voor de bouw van een parkeergarage voor een nabijgelegen hotel. Na een renovatie en de invoering van de zogeheten abdijliturgie kan de kerk weer op de belangstellingen van wekelijks enkele honderden kerkgangers rekenen. Er worden missen gehouden in het Nederlands, Engels en Spaans. Doordeweeks komen er zo’n twintig tot vijftig belangstellenden naar de vieringen.
Misbruik
Merkt Jim Schilder, priester van de Nicolaasbasiliek, dat de RKK schade heeft opgelopen door het misbruikschandaal dat ruim vijf jaar geleden openbaar kwam? „Nee”, antwoordt hij resoluut. „Er hebben hier wel in 2011 zo’n tien mensen –onbekenden– voor de kerk staan demonstreren, maar daar bleef het bij.
Ik denk dat men heel goed kan onderscheiden dat het mensen zijn die zich misdragen hebben en dat daar geen adequaat antwoord op is gegeven, maar dat het instituut kerk op zichzelf heel veel te bieden heeft. Je schaft het instituut gezin toch ook niet af omdat er zoiets bestaat als incest?”
Toetredingen en uitschrijvingen in de RKK
Het aantal uitschrijvingen uit de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland schommelt jaarlijks rond de 15.000 personen, meldt Joris Kregting, onderzoeker bij Kaski, het expertisecentrum over religie en samenleving aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In de jaren 2009 tot 2011 lag het aantal uitschrijvingen hoger, omdat toen het misbruikschandaal in de RKK naar buiten kwam.