Luisterkompas bij meesterwerk van Bach
Muziekjournalisten Mischa Spel en Floris Don wilden een boek samenstellen over de Matthäus Passion dat zij zelf wilden hebben. Het werd een luisterkompas met ingewijde barokdirigenten, musici en muziekminnende schrijvers als gidsen door Bachs meesterwerk.
Over de Matthäus Passion bestaan al heel wat publicaties, maar een boek als dit kan met recht uniek worden genoemd. De auteurs hebben ervoor gekozen om een keur aan Bachliefhebbers te interviewen en hen te laten vertellen over een of meer fragmenten uit het beroemde oratorium over Jezus’ lijden en sterven. Verspreid door het boek is de complete tekst met Nederlandse vertaling opgenomen en kan de lezer kennisnemen van de persoonlijke voorkeuren van de geïnterviewde musici.
Alle evangelistrecitatieven worden besproken door tenorsolist Nico van der Meel, die rake dingen zegt over de muzikale welsprekendheid van die passages. Zo wijst hij op het griezelige, instabiele akkoord waarmee Judas zijn intrede doet. Maar hij vertelt ook dat „het dramatische moment waarop Judas zich verhangt niet zelden verstoord wordt doordat de eerste violist ten bate van zijn solo in ”Gebt mir meinen Jesum wieder” alvast ostentatief zijn lessenaar omhoog begint te schroeven.”
Ook bassolist Peter Kooij, die de Jezusrecitatieven behandelt, maakt de lezer deelgenoot van zijn persoonlijke belevenissen: „Toen ik de Matthäus in Naarden zong, zat pal voor mijn neus een cultuurminister die net fikse bezuinigingen had doorgevoerd. Die heb ik bij de passage ”Mein Freund, warum bist du kommen?” strak aangekeken.” Dit citaat maakt ook duidelijk dat men in dit boek niet altijd even respectvol spreekt over de lijdensgeschiedenis. In dit verband maakt advocaat Oscar Hammerstein het wel erg bont als hij zegt: „Dit werk hoort in een kerk, al kan ik de vreselijke preek die vroeger tussen de twee helften werd gehouden missen als kiespijn.”
Essentie
Anderzijds bevat deze luistergids ook prachtige passages, zoals die van dirigent Masaaki Suzuki: „Op Stille Zaterdag overleed mijn vader. Toen ik de muziek een dag daarna dirigeerde, was mijn begrip plotseling verdiept. Waarom overleed Christus? Omdat dat Gods plan was: zo redt hij immers de mensheid. (…) Het ”Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen”, dat het koor zingt, verklankt voor mij –samen met de voorliggende passages– de essentie van de Matthäus-Passion: de dood van Christus en de betekenis daarvan.”
In schril contrast hiermee staat dan weer wat schrijver en psychotherapeut Anna Enquist vindt van het lijdensverhaal, dat zij typeert als „theatraal masochistisch”, en van God, in Wie zij een „sadistische vaderfiguur” meent te zien. Nee, dan liever Philippe Herreweghe: „Mijn Nederlandse schoonmoeder kent Bach tien keer beter dan ik. Zij is diepgelovig en bij haar in de Rotterdamse Laurenskerk wordt de juiste cantate op de juiste zondag gezongen. Bach staat daar in dienst van het geloof, zoals de muziek ook bedoeld was.”
Muziekliefhebbers die benieuwd zijn naar wat mensen als Ton Koopman (alle koralen), Jos van Veldhoven (openingskoor), Yannick Nézet-Séguin (”Sind Blitze”) en René Jacobs (slotkoor) te zeggen hebben, worden niet teleurgesteld. Toonsoorten, akkoorden, fermates en klankkleuren krijgen de volle aandacht. Bovendien treffen zij ook interessante hoofdstukken aan over de achtergronden en de uitvoeringsgeschiedenis van de Matthäus Passion. Zo zal het werk waarschijnlijk nooit meer worden uitgevoerd zoals Willem Mengelberg het deed: snoeien in de aria’s, koor en orkest in gigantische bezetting en het klavecimbel vervangen door een ‘spijkerpiano’ met punaises in het vilt van de hamertjes…
Boekgegevens
”De Matthäus-Passion. Wat Bachs meesterwerk je vertelt, als je weet waar je op moet letten. Complete luistergids”, Misha Spel & Floris Don (red.); uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 290 9087 2; 239 blz.; € 19,99.