Kerk & religie

Protestanten en rooms-katholieken vonden manier van samenleven in Aken

In de tijd van de Reformatie was het mogelijk dat verschillende godsdienstige groeperingen op een goede manier samenwerkten. Dat toont dr. Thomas Kirchner aan met een studie over Aken aan het einde van de zestiende eeuw. De les voor nu: sluit compromissen als het mogelijk is en houd tegelijk vast aan onopgeefbare zaken.

Jan van Reenen
27 February 2016 13:06Gewijzigd op 16 November 2020 01:47
beeld iStock
beeld iStock

Aken, dat grenst aan Zuid-Limburg, is een historische stad. Karel de Grote verkoos deze plaats tot zijn residentie. Zijn overblijfselen worden bewaard in de dom. Zeshonderd jaar lang werden de koningen van het Heilige Roomse Rijk hier gekroond.

In de Tweede Wereldoorlog is een groot deel van de stad vernietigd, maar de dom en het stadhuis liggen er nog in al hun glorie bij. Er vlakbij, aan de Ursulinerstrasse, bevindt zich de plaats waar circa 400 jaar geleden de gereformeerden bijeenkwamen. Er staat nu een negentiende-eeuws kantoorgebouw.

Aan het einde van de zestiende eeuw vormden protestanten ruim de helft van het aantal inwoners van Aken en maakten ze de meerderheid uit in de stadsregering. Dr. Kirchner, wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Aken, verrichtte promotieonderzoek naar deze periode. ”Katholiken, Lutheraner und Reformierte in Aachen 1555 bis 1618. Konfessionskulturen im Zusammenspiel” heet de studie die vorig jaar verscheen.

Twee burgemeesters

Het was een onrustige tijd. In Nederland woedde de Tachtigjarige Oorlog. Vanuit de Zuidelijke Nederlanden vluchtten protestanten naar Duitsland. Aken nam grote aantallen Nederlandse calvinistische vluchtelingen op. Intussen nam het aantal calvinisten en lutheranen onder de autochtone bevolking van de stad toe. Door dit alles nam de invloed van de Rooms-Katholieke Kerk af. Kirchner schat dat in 1590 ruim de helft van de bevolking van Aken uit gereformeerden bestond.

Het betekende dat de protestanten ook de meerderheid in de stadsregering gingen uitmaken en de twee burgemeesters leverden. Deze voor de protestanten gunstige positie duurde niet lang. Uiteindelijk lukte het de keizer in 1614 om Aken weer tot een rooms-katholieke stad te maken. In de tientallen jaren daaraan voorafgaand was het de bevolking van Aken echter gelukt om op een tolerante manier samen te leven.

„Van het stadsbestuur, dat 125 personen telde, maakten zowel gereformeerden als lutheranen en rooms-katholieken deel uit”, vertelt Kirchner. „Ze voelden zich de overheid van alle inwoners van Aken, niet alleen van hun eigen groepering. Er waren nauwelijks of geen conflicten tussen hen over de godsdienst. Gereformeerden en lutheranen, die tussen 1581 en 1598 de meerderheid vormden in het stadsbestuur, ontwikkelden geen initiatieven om meer politieke invloed te krijgen. Protestanten stemden bij gelegenheid op rooms-katholieken en omgekeerd. Het stadsbestuur garandeerde de vrije uitoefening van de drie godsdiensten. De lutherse en de gereformeerde erediensten werden gehouden in gewone huizen om geen aanstoot te geven, maar deze stonden wel in het centrum. Iedereen kon zich vinden in dat compromis.”

Eendrachtig

In de gilden, verenigingen van mensen die hetzelfde beroep uitoefenden, werkten rooms-katholieken en protestanten eendrachtig samen. Kirchner kwam slechts één conflict over een godsdienstige kwestie tegen. Dat was toen het stadsbestuur van de gilden instemming verlangde met de bepaling dat het stadsbestuur geen schuld had aan het conflict met de overheid van het hertogdom Jülich, die een rooms-katholiek stadsbestuur wilde. Uiteindelijk werd dat probleem opgelost en hebben ook de rooms-katholieken de eed afgelegd.

In de gilden werd de zorg voor de doden gedeeld. „Men bedacht een compromis voor de grafdoeken, die een religieuze uitstraling hadden, en de leden bezochten de begrafenissen van gestorven leden, of ze nu protestants of rooms-katholiek waren”, zegt Kirchner. „Verder werden de nieuwe leden in een boek ingeschreven waarin voorin oude gebeden stonden. Die met een sterk rooms-katholiek karakter, vol Mariaverering, waren doorgestreept, andere bleven echter gehandhaafd. Ook ging men gezellig bij elkaar eten en drinken. In andere plaatsen oefenden gereformeerden daarop juist kritiek uit. In Aken waren predikanten voorzichtiger met hun oordelen dan elders.”

De domkerk en het stadsbestuur gingen gezamenlijk op een goede manier om met de vele bezittingen van de domkerk, stelt de historicus. „Er waren wel conflicten, maar die gingen over praktische zaken zoals geld, en die waren er voor die tijd ook.”

De protestantse kerken opereerden voorzichtig, aldus Kirchner. „Ze waren niet missionair ingesteld maar beperkten zich tot de eigen gemeenteleden. Gereformeerden en lutheranen bouwden geen kerken maar kwamen samen in grote woonhuizen die aan de buitenkant niet als kerk herkenbaar waren, om niet te provoceren. Iedereen mocht echter vrij naar de kerk gaan en de kerken konden vergroot worden als dat nodig was.”

De onderzoeker vertelt over een gemengd huwelijk, waarbij de man luthers was en de vrouw rooms-katholiek. „De familie van de vrouw wilde niet in de lutherse kerk komen . Toen heeft men de inzegening van het huwelijk in het eigen huis doen plaatsvinden.”

Kirchner voegt eraan toe dat deze compromissen gezocht werden om tot een goede manier van omgaan met andersdenkenden te komen, niet om de eigen godsdienst onder kritiek te stellen. „Protestanten bezochten af en toe nog rooms-katholieke erediensten. Ze konden echter pas met zware straffen van hun kerk te maken krijgen als ze ook aan de mis deelnamen. Ze deden niet mee met rooms-katholieke processies en ze stuurden hun kinderen niet naar rooms-katholieke scholen, terwijl hun kinderen ook niet als dienstbode mochten werken in rooms-katholieke gezinnen.”

Nieuwe doordenking

De protestantse historicus vindt dat wij kunnen leren van deze pogingen van vreedzaam samenleven. „Het is belangrijk dat christenen in het contact met andersdenkenden weten welke onderwerpen vatbaar zijn voor een compromis en welke niet. De kern van de godsdienst is onopgeefbaar, terwijl er in het alledaagse leven compromissen gesloten kunnen worden. Helaas zijn veel christenen zich niet bewust van wat hoort bij hun eigen identiteit. Daarom is een nieuwe doordenking vereist, nu vooral in het contact met moslims. De vraag is of men zijn religie altijd en overal moet verdedigen of dat men beter kan zoeken naar compromissen en echte openheid in het dagelijks leven.”


Tijdens de Reformatie

Aken heeft in de Reformatietijd een bijzondere positie gehad. Vanaf 1550 vestigden er zich gereformeerden en lutheranen. In 1560 werden de protestanten uitgesloten van een plaats in de stadsregering, maar in 1574 werden ze toegelaten tot het stadsbestuur. Vanaf 1581 tot en met 1598 namen zij de meerderheid in de stadsraad in.

Een keizerlijk oordeel verklaarde het stadsbestuur in 1593 voor onrechtmatig. Om die reden werd er in 1598 een stadsbestuur met alleen maar rooms-katholieken aangesteld. Na een coupe in 1611 namen de protestanten het stadsbestuur tot 1614 op zich. Nadat de keizer een leger naar Aken gezonden had, verlieten de protestanten definitief het Akense stadsbestuur en begon de rekatholisering van de stad. Beoefening van de gereformeerde en de lutherse godsdienst werd verboden en de meeste protestanten verlieten Aken. Op het stadhuisplein herinnerde lange tijd een schandpaal aan de omwenteling van de gereformeerden.

De gereformeerden die bleven, gingen in Vaals naar de kerk, precies over de grens, op Nederlands grondgebied, waar ze vrij mochten samenkomen. Deze kerk is nog steeds in gebruik. In de negentiende eeuw, toen de industriële bedrijvigheid en de onderwijsfaciliteiten in Aken toenamen, vestigden er zich weer protestanten in deze stad. Er staan momenteel diverse protestantse kerken, onder andere de Evangelische Annakirche in het centrum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer