Binnenland

„Vandaag verlies ik een stukje van mezelf”

„Het is alsof ik vandaag een stukje van mezelf verlies”, zegt G. van Osch (63). Hij is een van de duizenden belangstellenden die de uitvaart van prinses Juliana in een zonovergoten Delft van nabij volgen.

J. Visscher
30 March 2004 12:57Gewijzigd op 14 November 2020 01:05

Van Osch staat langs de gracht tegenover het monumentale Wapenhuis van Delfland. Dit is historische grond. „Wat is er Hollandser dan dit?” Aan de overkant staan militairen strak in het gelid. Honderden belangstellenden hebben hun fototoestel in de aanslag.

De uitvaart van prinses Juliana gaat Van Osch niet in de koude kleren zitten. „Als je zo’n stoet voorbij ziet gaan, vergeet je dat nooit meer. Deze dag doet me wel wat. Het is alsof er vandaag een stukje van mezelf weggaat. De laatste weken zag ik beelden die het verleden weer in herinnering roepen. Ik denk aan het bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag, de stad waar ik geboren ben. Ik weet nog hoe Juliana later de gerenoveerde huizen inspecteerde. Dat soort dingen vergeet je niet.”

Van Osch, nu woonachtig in Frankrijk, is vooral geboeid door de „spirituele” kant van Juliana. „Ze was niet dogmatisch. Dat spreekt me erg aan. Ze straalde iets uit, iets wat vooral sensitieve mensen aanvoelen.” Dat de afgelopen tijd de beruchte Greet Hofmans-affaire meermalen is opgerakeld, stoort Van Osch. „Ik word er een beetje misselijk van. Mag een mens ook nog zijn eigen leven leiden? Wij zijn toch weer dat land met het beroemde vingertje.”

Onder bonzend klokgelui trekt de uitvaartstoet rond twaalf uur door de Delftse binnenstad. Toeschouwers, rijen dik, rekken de halzen. „Het is veel drukker dan bij de uitvaart van Claus”, zegt een medewerker van koffiehuis Uit de kunst.

Henk en Nelleke ten Kortenaar uit Delfgauw zijn samen met dochterlief naar de Delftse binnenstad getogen om de uitvaart op de voet te volgen. „We willen hier de sfeer proeven.” De Ten Kortenaars zijn extra betrokken, omdat ze zondags kerken in de hervormde gemeente in de Nieuwe Kerk en de Oude Kerk van Delft. Ze zijn best een beetje trots dat hun organist Bas de Vroome de uitvaartdienst begeleidt. In de Nieuwe Kerk bevindt zich de koninklijke grafkelder. Nelleke: „Dat doet je wat. Toen Claus net was begraven, dacht ik zondags: Nu is hij bij ons.”

Mevrouw M. van den Bemt is vanuit Etten-Leur naar Delft gekomen om de uitvaart te volgen. Ze noemt zich erg koningsgezind. „Van jongs af knip ik plaatjes uit de krant.” Vandaag hoopt ze een paar mooie plaatjes te schieten. Haar man heeft ooit een kaart van koningin Juliana gekregen. „Mijn tweelingzus en ik werden 24 jaar. Op dezelfde dag werd Juliana 48 jaar. Twee keer zo veel dus. We stuurden een kaart en kregen ook weer een kaart terug.”

Voor de 69-jarige Gerda Timmers uit Delft is het niet de eerste koninklijke uitvaart die ze meemaakt. Ze kan zich ook de uitvaart van Wilhelmina herinneren. „Toen was het allemaal veel minder streng. Er waren geen dranghekken. Nu is het heel anders, met al die aanslagen, in Amerika en Madrid.”

Uit respect voor het Koninklijk Huis is zakenman Erick Pol (40) vanuit Arnhem naar Delft gekomen. „Een koningin is de beste ambassadrice. Als ze ergens komt, neemt ze een horde zakenlieden mee. Zij kan deuren openen die anders gesloten blijven.” Pol, oorspronkelijk afkomstig uit Vlaardingen, noemt Delft een „waardige stad.” „Het is goed dat prinses Juliana daar haar laatste rustplaats heeft.”

In de straten rondom het centrum van Delft regelen talloze agenten in gele hesjes het verkeer. Voor dure wagens met hoogwaardigheidsbekleders worden dranghekken opzijgeschoven. Jolanda Steijger, die op steenworp afstand van de Nieuwe Kerk woont, loopt met haar hondje door een steeg. De afgelopen dagen was er een hoop drukte in het Delftse centrum. „Gisteren begeleidde de politie het transport van de bloemenkransen.” Ze heeft waardering voor Juliana. „Ze heeft een hoop goeds gedaan.” De voormalige koningin kon dwars zijn. „Dan zei Maartje van Weegen op televisie dat ze iets niet durfde te vragen en dan antwoordde Juliana: Ik eet je niet op hoor.”

Gon Verhofstad (47) is met de brommer uit Pijnacker naar Delft gereden. „Juliana is de koningin van mijn jeugd.” Ooit kwam ze in de Oostenrijkse wintersportplaats Lech Juliana in een winkel tegen. „Ze was wat aan het rondneuzen, net zoals iedereen wel eens doet.” In het Groningse Wagenborgen ging Juliana langs bij een zorginstelling voor psychisch zieken en gehandicapten. „Ze had toen een raar hoedje op.”

Tara (11) en haar broertje Titus (9) hebben een vrije dag. Ze spelen een partijtje badminton. Ze gaan niet naar de uitvaart. Het valt Tara op dat Juliana zich niet zo „aan de regeltjes hield.” „Ik hoorde dat ze op een rode loper moest lopen. En dat deed ze dan niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer