Commentaar: Holocaustontkenner Irving terecht het zwijgen opgelegd
De omstreden Britse historicus David Irving kreeg woensdag van het Haagse Mercure Hotel te horen dat de reservering van een suite waar hij een lezing wilde houden, was geannuleerd. De directie van de accommodatie gaf daarmee gehoor aan de wens van de Haagse burgemeester dat de ontkenner van de Holocaust geen ruimte krijgt om zijn verhaal te vertellen.
Irving is berucht om zijn inzichten. Zelf zegt hij de massale vernietiging van de 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog niet te ontkennen. Feit is echter wel dat hij daarvoor diverse malen is veroordeeld en hij er in Oostenrijk zelfs een gevangenisstraf voor heeft gekregen. Zeker is dat hij grote vraagtekens zet bij de fabrieksmatige moord op de Joden omdat volgens hem het sluitende bewijs ontbreekt.
Geen enkele gerespecteerde historicus deelt de inzichten van Irving. Ook gaat bijna niemand op zijn argumenten in, omdat de man niet voor rede vatbaar blijkt te zijn. De Brit is gevangene van zijn eigen ideologische model, dat een sterk antisemitisch stempel draagt. Daarom wuift hij de vele overtuigende bewijzen en ooggetuigenverslagen die zijn stellingname weerspreken weg.
Intussen is zijn optreden wel hinderlijk en zelfs kwetsend. Dat laatste lijkt hem niet te remmen. Heel tekenend is dat hij zijn lezing over ”Hitler, Himmler en de homoseksuelen” uitgerekend donderdag wilde houden, de datum van de herdenking van de Februaristaking, die precies 75 jaar begon. Met de keus voor dat moment geeft Irving welbewust een klap in het gezicht van de Joodse gemeenschap. Geen enkel beschaafd mens en niemand met enig menselijk gevoel in zijn lichaam zal zoiets doen. Irving wel.
Het Haagse gemeentebestuur heeft gedaan wat het kon en moest doen. Er is een dringend moreel appel uitgegaan aan alle zaalverhuurders in de hofstad om geen accommodatie beschikbaar te stellen aan Irving. Die oproep is terecht.
Irving roept nu dat in ons land de vrijheid van meningsuiting wordt beknot. Dat was te verwachten. En inderdaad er zijn grenzen aan dat recht. Aanzetten tot haat mag niet en sinds 1995 is het ontkennen van de Holocaust verboden. En dat is maar goed ook.
Natuurlijk moet het mogelijk zijn om over elk historisch feit een wetenschappelijk debat te voeren. Daarbij gaat het dan steeds om de interpretatie van de feiten. Dat kan zeker zinvol zijn als er nieuwe dingen boven tafel komen. Maar daar is bij Irving geen sprake van. Hij ontkent de vele bewijzen. Waarom? Omdat hij, gedreven door zijn antisemitische opvattingen, zijn eigen anti-Joodse visie wil propageren. Juist dat laatste maakt dat zijn optreden zo kwetsend is, zeker voor de Joden, die onbeschrijflijk veel leed hebben moeten doorstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zelfs het verweer van Irving dat hij in Den Haag niets wilde zeggen over de Holocaust omdat dit „een saai thema” is, spreekt boekdelen. Daarmee bagatelliseert hij de vernietiging van de Joden tot een onbenullig iets. Terwijl het juist een ongeëvenaard drama uit de geschiedenis is. Volstrekt terecht dus dat de Brit het zwijgen wordt opgelegd.