HBK wil het complex van meer dan 24 hectare gebruiken om kosten te besparen bij zijn dochterbedrijven, zoals Hollandia en Bailey. Dat heeft het bedrijf maandag gezegd.

HBK verhuist op termijn 600 werknemers van de dochterbedrijven naar het complex. De operatie kan in eerste instantie leiden tot het verlies van „een beperkt aantal banen”, zei directeur M. Jongejan in een toelichting. Op langere termijn voorziet hij juist banengroei op de nieuw verworven locatie.

Jongejan sluit niet uit dat HBK in de toekomst weer scheepsbouwactiviteiten gaat ontwikkelen op het terrein van de voormalige IHC-werf, waarvan de koopsom niet wordt prijsgeven. „Ik laat de helling staan. Dat doe ik niet voor niets”, zei hij. HBK is gespecialiseerd in staalbouw. Samen met de staalbedrijven van Z.N.S. valt Hollandia Bailey Kloos onder de beheermaatschappij S3C.

IHC sloot vorig jaar de werf in Krimpen aan den IJssel, omdat die sinds 2001 geen opdrachten meer had binnengehaald. Ongeveer 400 mensen verloren hun baan. IHC gelastte een veiling later deze week van de boedel vorige week plotseling af. Toen wilde het concern nog geen reden geven. Voor de twee andere werven IHC Holland en De Merwede is het concern nog op zoek naar kopers.

IHC zei maandag dat het over 2003 een winst heeft behaald van 46,6 miljoen dollar. Dat komt overeen met eerder uitgesproken verwachtingen. De omzet kwam uit op 1,8 miljard dollar.

De winst werd gedrukt door een last van 45 miljoen dollar voor de sluiting van de werf. IHC Caland durft voor 2004 geen winstverwachting te geven. Als reden geeft de onderneming de afsplitsing van de overige verlieslijdende scheepsbouwactiviteiten. Ook is niet duidelijk wanneer nieuwe opdrachten uit de olie-industrie bij de offshoreactiviteiten zullen binnenkomen.

Op de scheepsbouwactiviteiten, inclusief de miljoenenlast bij Van der Giessen, leed het concern een verlies van 54,6 miljoen dollar. Daarin verwerkt zitten ook de belastingbaten van 34,5 miljoen dollar.

„Het blijft de bedoeling om de scheepswerven in 2004 af te splitsen”, zei IHC Caland in een verklaring. In april gaat het concern op zoek naar kopers. Om een „potentieel belangenconflict” voor te zijn, zal bestuursvoorzitter J. van Dooremalen zich niet bemoeien met de verkoop. De bedoeling is dat hij na afsplitsing of na verkoop leiding gaat geven aan de scheepswerven.

„Er is potentiële belangstelling van kopers, voornamelijk uit Nederland”, zei Van Dooremalen in een toelichting. Lukt het niet de scheepswerven te verkopen, dan valt IHC terug op oude plannen om de scheepsbouw af te splitsen en een aparte beursnotering aan te vragen. Dat vindt niet later plaats dan in het derde kwartaal van dit jaar.