„We gingen niet vechten, maar iemand ophalen”
ROTTERDAM (ANP). „We wilden iemand gaan ophalen die in Syrië zat en terug wilde naar Nederland. We wilden hem ophalen in de buurt van de grens, in Turkije. We hebben nooit de bedoeling gehad Syrië in te gaan.” Die verklaring gaf terrorismeverdachte Waïl El A. (19) woensdag aan de rechtbank in Rotterdam voor zijn aanwezigheid in het gebied bij de grens tussen Turkije en Syrië. Daar werd hij samen met Nadeem S. (23) afgelopen september aangehouden. Sindsdien zitten beiden vast.
Volgens het Openbaar Ministerie werden ze opgepakt toen ze de grens wilden oversteken naar Syrië. Zijn advocate Françoise Landerloo bestrijdt dat. Op verschillende plekken in het dossier zou blijken dat ze in de buurt van de grens zijn opgepakt en dus niet expliciet terwijl ze de grens wilden oversteken.
Het OM verdenkt beiden ervan dat ze wilden meedoen aan de gewapende strijd in Syrië.
Zowel de advocaat van El A. als die van S. pleitte woensdag voor (voorlopige) opheffing van het voorarrest. Beiden zitten gevangen op zogenoemde terroristenafdelingen, met een zwaar regime.
Volgens Landerloo hoort haar cliënt eigenlijk thuis in een jeugdinrichting, omdat hij minderjarig was op het moment dat hij een deel van de verdenkingen gepleegd zou hebben (voorbereidingen voor afreizen en de gewapende strijd). Probleem is echter volgens Landerloo dat jeugdinrichtingen geen terrorismeverdachten willen accepteren. Volgens het OM wordt nu gekeken hoe daarmee kan worden omgegaan.
De advocaat van S., Oliver Much, benadrukt dat er geen concreet bewijs is dat zijn cliënt in Syrië wilde gaan strijden en er onvoldoende bewijs ligt om zijn cliënt vast te houden. „Gedachten zijn niet strafbaar in Nederland. Radicale gedachten hebben of sympathiseren met IS is geen reden om iemand zo lang vast te houden”.
De rechtbank besliste dat beide verdachten vast blijven zitten tot aan de volgende zitting, op 18 mei. Waarschijnlijk wordt de zaak dan inhoudelijk behandeld.