Duitsers kennen Tien Geboden nauwelijks
Slechts een enkele Duitser kan de Tien Geboden opnoemen, zo blijkt uit een onderzoek waarvan de resultaten zijn opgenomen in het aprilnummer van het tijdschrift Reader’s Digest. De bekendste geboden zijn het zesde, het zevende en het achtste.
„Gij zult niet doden”: 48 procent van de 1008 ondervraagden kent dit gebod. Het achtste gebod -„gij zult niet stelen”- kent 38 procent van de Duitsers; het zevende -„gij zult niet echtbreken”- 37 procent.
Nauwelijks bekend zijn de eerste vier geboden. Vijf procent van de geënquêteerden herinnert zich het sabbatsgebod; 4 procent het derde gebod: „gij zult de Naam des Heeren, uws Gods, niet ijdellijk gebruiken.”
Tegelijkertijd geeft tweederde van alle Duitsers aan de Tien Geboden als richtinggevend voor het leven te beschouwen. Zelfs van hen die naar eigen zeggen geen religie aanhangen, acht 45 procent de decaloog van grote betekenis.
Margot Kässmann, landsbisschop van Hannover, wijdt in hetzelfde magazine een beschouwing aan de Tien Geboden. Volgens haar zijn deze als „leefregels voor een goede wereld” ook na vele eeuwen nog actueel. Een tijd die zozeer roept om oriëntatie, heeft de Tien Geboden nodig. Bijvoorbeeld: doodslag verwoest de menselijkheid; ook stelen is niet zomaar een pietluttigheid. Winkeldiefstal is een delict. Echtbreuk leidt tot veel leed: voor de echtelieden zelf, maar ook voor hun kinderen - „ook als we aan het hoge echtscheidingspercentage gewend zijn geraakt.” En welke uitwerking het „vals spreken over anderen” heeft, toont de boulevardpers wel aan. Belangrijk is het volgens de landsbisschop ook de ouders te eren, anders gaat het „met elkaar” van de generaties verloren. „En dat, ten slotte, ook de gierigheid niet bijdraagt aan de gemeenschapszin, bewijst een blik op de gapende kloof die er is tussen bezitters en schuldenaars in ons land en in de grote wijde wereld”, aldus Kässmann.
Maar ook de andere geboden zijn in haar ogen van grote betekenis. Zoals het gebod dat men geen goden naast God mag dienen (het eerste gebod). Tot een god kan bijvoorbeeld het geld worden. „Dat zien we bijvoorbeeld daaraan dat elk uur gemeld wordt hoe het er met de aandelenkoersen voorstaat. Alsof daar ons lot van afhangt!”
Bijzonder actueel is, schrijft Kässmann, het vierde gebod. Als steeds meer bedrijven ook op zondag opengaan, blijven er alleen nog maar werkdagen over. „Uiteindelijk zal onze maatschappij dan collectief ten onder gaan aan het burn-outsyndroom.”