Christus’ verdiensten
Galaten 3:13a
„Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons.”
In de Heilige Schrift zijn enkele plaatsen die, wanneer ze verkeerd worden verstaan, Paulus schijnen tegen te spreken. We willen de dwaze mening van de onzinnige Galatiërs niet aanhangen, maar vasthouden aan de waarheid die ons door Paulus wordt geleerd. We willen de roem van onze rechtvaardiging enkel en alleen toeschrijven aan de barmhartigheid van God en aan de verdiensten van Zijn Zoon, Die ons met Zijn dierbaar bloed verlost heeft van de heerschappij van de wet en van het geweld van de zonde en des doods, en Die ons in het rijk van God heeft ingeleid, om ons eeuwig gelukkig te doen zijn.
Ik zeg dat Hij ons verlost heeft van de heerschappij van de wet, enerzijds omdat Hij ons Zijn Geest gegeven heeft, Die in alle waarheid leidt. En anderzijds omdat Hij aan de wet volkomen heeft genoeg gedaan, en deze genoegdoening aan al Zijn leden, dat is aan alle oprecht gelovige christenen, wordt toegerekend. Daardoor kunnen zij nu getroost verschijnen voor de rechterstoel van God, bekleed met de gerechtigheid van hun Heiland, en door Hem verlost van de vloek van de wet (Gal. 3:13).
Benedetto Fontanini,
reformator te Mantua.
(”De weldaad van Christus”, 1543)