Docent diaconaat: Dienen en getuigen gaan samen op
Diaconale ontwikkelingen volgt hij al ruim vijftien jaar op de voet. In die periode zag CHE-docent drs. Bert Roor dat missionair en diaconaal werk steeds meer met elkaar verweven raakten. „Al dienend ontstaat de mogelijkheid om iets te delen van de Bron waaruit je leeft.”
In het gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) neemt Roor, docent diaconaat, plaats in een rustige zithoek, schuin tegenover het recent geopende stiltecentrum. Hij vertelt dat hij de aandacht voor diaconaat van huis uit meekreeg. „Mijn vader was in de jaren zestig onder meer betrokken bij de hervormde gezinsverzorging en het hervormd maatschappelijk werk in Veenendaal. Ook in mijn eigen gezin hebben we altijd oog gehad voor mensen in de knel die extra zorg of aandacht nodig hadden. Zo hebben we lange tijd opgetrokken met een ernstig gehandicapte vrouw die inmiddels is overleden.”
Toen drie van hun vier kinderen het huis uit waren, stelden Roor en zijn vrouw zich beschikbaar voor crisisopvang via ’t Keerpunt, een initiatief van de hervormde diaconie in hun woonplaats Veenendaal. „We hebben een paar keer een tiener in huis gehad, maar bijvoorbeeld ook een Portugese vrouw van Angolese komaf met haar twee kinderen. Door dit soort contacten kwamen we in aanraking met opvoedingsproblemen en de gevolgen van gebroken relaties, soms in combinatie met financiële zorgen of schuldhulpverlening.”
Missionaire levensstijl
Zijn ervaring met hulp aan kwetsbare mensen gebruikt Roor graag als voorbeeld tijdens zijn lessen in de CHE-opleiding godsdienst pastoraal werk (gpw). „Ik wil studenten laten zien hoe belangrijk het is om present te zijn in de samenleving. Dat heeft te maken met een missionaire levensstijl. Het gaat erom dat je bereid bent om te dienen. Al dienend ontstaat de mogelijkheid om iets te delen van de Bron waaruit je leeft, omdat je het de ander gunt dat ook hij God leert kennen. Dienen en getuigen gaan samen op.”
In het verleden werden missionair werk en diaconaat vaak als twee gescheiden werelden gezien, zegt Roor. „Inmiddels zijn die sterk naar elkaar toe gegroeid.” Sinds enkele jaren zijn missionair werk en diaconaat ook geen gescheiden vakken meer op de CHE. „Er is een nieuw concept ”missionaire presentie” ontstaan, waarin het diaconaat helemaal is verweven. Anders gezegd: missionair werk wordt vaak gestempeld door diaconale aanwezigheid. Je ziet dat duidelijk bij nieuwe initiatieven rond kerkplanting in grote steden. Die denken niet in hokjes: aan de ene kant de diaconie en aan de andere kant de evangelisatiecommissie. In de praktijk kun je die twee niet uit elkaar trekken.”
Schilderswijk
Tijdens het tweede jaar van de gpw-opleiding bezoeken de studenten een missionair-diaconaal initiatief in een grote stad. „Met de deeltijdstudenten ga ik naar een van de kerken die zijn aangesloten bij het partnerschap Den Haag in beweging voor Jezus Christus. We bezoeken dan bijvoorbeeld de Havenkerk, een gemeente in de Schilderswijk.”
De voltijders gaan een weekend naar Amsterdam. Ze maken daar kennis met diverse missionaire projecten en overnachten in de Shelter, het jeugdhotel van Tot Heil des Volks in de rosse buurt. Na dit weekend voeren ze twee „geloofsgesprekken” met mensen zonder christelijke achtergrond. Ook doen ze via de stichting Present een praktische klus, zoals het schoonmaken van een verwaarloosde woning. „Dat helpt om te zien hoe groot de nood in de samenleving is en welke uitdagingen er voor kerken liggen om iets voor mensen te betekenen.”
De mogelijkheden om als kerken en christenen iets bij te dragen aan de samenleving zijn de laatste jaren toegnomen door de Wet maatschappelijke ondersteuning en de aandacht voor de participatiesamenleving, zegt Roor. „Het project SchuldHulpMaatje is daarvan een mooi voorbeeld. Ook zie je op steeds meer plaatsen open maaltijden. Er ontstaan allerlei nieuwe initiatieven en je ziet daarbij steeds meer samenwerking tussen kerken.”
Zo’n vijftien van de circa vijftig gpw-studenten kiezen in het derde jaar missionaire presentie als specialisatie. Zij lopen stage bij een project als Geloven in Spangen, waarin diaconaat een belangrijke rol speelt, of een organisatie als International Justice Mission, die zich inzet tegen moderne slavernij en mensenhandel. Na hun opleiding vinden de studenten onder meer werk bij gemeentestichtingsprojecten of als coördinator van een inloophuis.
Barmhartige Samaritaan
Zijn werkterrein overziende, zegt Roor dat de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in deze tijd „volop actueel” is. „De eerste vraag is: Zie je de nood van de ander? Vervolgens: Ga je erop af of loop je er met een boog omheen? En als je naar de ander toe gaat, ga je dan ook handelen? Op al die drie punten kan het misgaan. Soms hoor ik een diaken zeggen: Waar zijn die mensen in nood dan? Als je hen niet ziet, heb je geen echte verbinding met de samenleving. Ik kom ook mensen tegen die de nood wel zien, maar niet weten wat ze daarin kunnen betekenen.”
Roor noemt het een belangrijke taak voor diakenen om gemeenteleden te stimuleren in hun omgeving dienend bezig te zijn en hen daarvoor toe te rusten. „Het is niet zo moeilijk om als diaconie een project op te zetten en dat met tien mensen uit te voeren. Maar dan blijven er misschien nog 500 gemeenteleden over die allemaal in hun eigen omgeving iets kunnen betekenen voor een ander. Het is belangrijk om daarover met gemeenteleden te spreken en te vragen hoe je hen als diaconie daarbij kunt ondersteunen.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over diaconaat in de gpw-opleiding aan de CHE.
Bert Roor
Drs. Bert Roor (57) is sinds 2007 docent diaconaat aan de Academie Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. Ook is hij betrokken bij de minor ”Hoezo armoede?”, die hogeschoolbreed wordt aangeboden. Eerder werkte Roor onder meer bij ontwikkelingsorganisatie Tear en bij Missie Nederland (toen nog Evangelische Alliantie). Komend najaar hoopt hij aan de Protestantse Theologische Universiteit te promoveren op een studie naar „missionaire en diaconale leerprocessen in lokale kerken.” Roor is lid van de hervormde gemeente in Veenendaal, waar hij enkele jaren ouderling was.