De kerk sluiten of slopen? Nee, herbestemmen
AMERSFOORT. In krimpgebieden wordt het steeds moeilijker om kerkgebouwen in stand te houden. Als een kerkelijke gemeente het onderhoud en de exploitatiekosten van een kerkgebouw niet kan opbrengen, dan is het de vraag wat een dorpsgemeenschap doet. Sluiten of slopen?
Tijdens de studiemiddag ”Parade van plattelandskerken”, vrijdag in Amersfoort, bleek uit vele voorbeelden dat met creativiteit en de inzet van deskundigen en de bevolking de sloop of sluiting van kerkgebouwen vaak kan worden verijdeld. De bijeenkomst was georganiseerd door Agenda Toekomst Religieus Erfgoed, in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Inspanning
Vertegenwoordigers van burgerlijke en kerkelijke gemeenten, ondernemers en bestuurders van burgerinitiatieven vertelden hoe met vereende inspanning kerkgebouwen en andere publieke gebouwen in stand worden gehouden, hoewel de religieuze functie niet altijd gehandhaafd kan blijven.
Het eerste deel van de studiemiddag, onder het motto ”De kerk tussen ziel en zakelijkheid”, stond in het teken van samenwerking tussen overheden en kerkbesturen. PvdA-burgemeester Pot van Appingedam vertelde hoe een aantal kerken, onder meer de monumentale Nicolaïkerk, een plek kreeg in het openbare leven van de stad, al dan niet met een religieuze functie. Ze citeerde een zinsnede van kerkhistoricus prof. dr. G. Harinck, die zei dat er in Groningen een vernieuwde samenwerking tussen kerk en staat is ontstaan vanwege het gemeenschappelijk belang om historische gebouwen te behouden.
Pot roemde de openheid van de plaatselijke gereformeerde kerk vrijgemaakt, die haar kerkgebouw –een voormalige synagoge– ook wilde afstaan voor culturele evenementen. Volgens de burgemeester hebben kerken een lange traditie van participatie – die veel ouder is dan het idee van de participatiemaatschappij. Ze verklaarde het succes van het behoud van het kerkelijk erfgoed in Appingedam door de hechte samenwerking tussen overheid, kerken en burgers.
Stilte
Henk Kroes presenteerde het project ”Nij Kleaster” in het Friese Jorwerd, een pioniersplek van de Protestantse Kerk in Nederland. Het gaat om de oprichting van een kloostergemeenschap naar het model van Taizé in Frankrijk. Vanuit het hele land komen mensen al naar de vieringen, waar het volgens Kroes draait om de drieslag stilte, bezinning en verbinding. Elke woensdagmorgen komt er een groep samen voor meditatie en een „stille wandeling.”
De kleine dorpsgemeenschap van Jorwerd voelt zich soms overrompeld door de grote groep wandelaars. Uit een artikel in het Friesch Dagblad deze week, onder de kop ”Jorwerd kritisch over Nij Kleaster”, blijkt dat de oorspronkelijke bewoners van Jorwerd moeite hebben met de nieuwe gemeenschap.
In het tweede deel van de studiemiddag stonden de initiatieven van ondernemers voor het behoud van kerkgebouwen centraal. In het Drentse Borger heeft ondernemer Henk Eggens de dorpskerk omgebouwd tot multifunctioneel partycentrum en concertzaal. Het echtpaar Simonis uit Hooge Zwaluwe (Noord-Brabant) bouwde de voormalige rooms-katholieke Willibrorduskerk om tot restaurant.
Bewoners
Sjors de Vries, directeur van kennisplatform Ruimtevolk, vertelde over burgerinitiatieven. Vooral in krimpgebieden kunnen bewoners door samenwerking kerkgebouwen van de ondergang redden.
De studiemiddag werd afgesloten met de presentatie van de ”Brochure plattelandskerken” door Wim Scholten, directeur van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Ook verscheen de handreiking ”Help! Mijn kerk loopt leeg!” van Duco Stadig, kerkrentmeester in Amsterdam.