Georgië werkt aan omstreden blasfemiewet
TBILISI. In de voormalige Sovjetrepubliek Georgië is een „blasfemiewet” in de maak die oneerbiedigheid ten opzichte van religie zal bestraffen.
Dat meldde de Britse krant The Guardian maandag. Als de wet wordt aangenomen, kunnen overtreders een boete krijgen van 300 lari (110 euro) voor het „kwetsen van godsdienstige gevoelens.”
Bij herhaalde overtreding volgt een verdubbeling van dat bedrag. Wie een religieus symbool ontheiligt, riskeert een boete van 500 lari (180 euro). Voorstanders van de nieuwe wet betogen dat alle godsdiensten erdoor worden beschermd. Religieuze minderheden daarentegen zijn bang dat de wet gebruikt zal worden om de belangen van de machtige Georgisch-Orthodoxe Kerk te beschermen en om hen te discrimineren. „Deze wet gaat straks niemand beschermen, in elk geval niet de minderheden”, zegt Rusudan Gotsiridze, een baptistische bisschop. „Het zal een machtig instrument blijken te zijn tegen de vrijheid van meningsuiting.”
De Georgische ombudsman Ucha Nanuashvili toont zich om andere redenen kritisch over het wetsvoorstel. „In de tekst wordt het beledigen van godsdienstige gevoelens als enige criterium voor de beperking van de vrijheid van meningsuiting genoemd. De mening van het ene individu wordt tegenover die van het andere individu geplaatst. Gelovigen komen zo in een bevoorrechte positie.”
De Georgisch-Orthodoxe Kerk is machtig, ze is verbonden met de nationalistische politieke agenda. Haar leden hebben meegedaan met –soms gewelddadige– protesten tegen moslims en andere godsdienstige minderheden, zoals pinkstergemeenten, Jehova’s getuigen en joden. Zo zouden leden van de Georgisch-Orthodoxe Kerk in 2014 een varken hebben geslacht en de kop hebben vastgemaakt bij de deur van een islamitische school, om zo te protesteren tegen de opening. De Georgiërs zijn in meerderheid christelijk. Zo’n 10 procent is moslim, en er zijn joodse gemeenschappen.