„Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.”

Dit is de zevende dag. Het werk dat u op deze dag doen moet, is hetzelfde als die twee Maria’s deden toen Christus in het graf begraven lag. Zij voorzagen zich met specerij en liefelijke reuk om het lichaam van Christus te zalven. De goede specerijen daartoe moeten zijn: de afsterving van de zonden, de bekering, het geloof, de liefde en de nederigheid. Dan zal Christus in uw hart waarlijk opgestaan zijn, en zult u deel aan Zijn hemelvaart hebben. Dan zult u gezalfd worden met onsterfelijkheid en de genieting hebben van de eeuwige rustdag.

Deze dag is de rechte uitvaart van de oude rustdag. De oude rustdag heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe rustdag. U moet nu een voorbereiding voor die rustdag maken. Indien de voorbereidingen goede nuttigheid hebben in het genezen van onze lichamen, zo zijn ze in der waarheid van niet minder nuttigheid in het genezen van onze zielen, zodat u nooit in waarheid tot deze rustdag zult kunnen komen, tenzij u uzelf op voorgaande dagen wel bereid zult hebben. Daarom moet u ondertussen biddend volharden in Gods genade. Amen.

Johannes van Focquenbergues,

predikant te Diepen

(”Dagwerk”, 1653)