De Dow-Jonesindex eindigde 1,3 procent in de min op 16.204,83 punten. De brede S&P 500 zakte 1,9 procent tot 1880,02 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq spande de kroon, met een verlies van 3,3 procent tot 4363,14 punten.

Beleggers reageerden onder meer op de tegenvallende banengroei in de Verenigde Staten in januari, die voorbeurs werd gemeld. Daar stond tegenover dat de lonen van werknemers vorige maand wel verder stegen. Het banenrapport is een belangrijk ingrediënt voor het rentebesluit van de Federal Reserve, maar gaf weinig duidelijkheid over de kans op een nieuwe renteverhoging in maart.

Het aandeel LinkedIn ging in de uitverkoop, waardoor het bedrijf achter de zakelijke netwerksite liefst 44 procent van zijn beurswaarde verloor. Dit trok ook andere internetfavorieten omlaag. Facebook, Amazon en Netflix leverden 6 tot 8 procent in, terwijl Google-moeder Alphabet de schade wist te beperken tot een min van 3,6 procent.

Een zwaar verlies was er ook voor Tableau Software, dat bijna de helft van zijn waarde kwijtspeelde met tegenvallende kwartaalcijfers. Branchegenoot Symantec won daarentegen 3 procent, na de aankondiging van een forse nieuwe kapitaalinjectie.

De dertig hoofdfondsen van de Dow Jones werden aangevoerd door farmaceut Merck, die 1,6 procent won. Nike sloot de rij met een verlies van 5 procent, gevolgd door McDonald’s dat 4,4 procent minder waard werd. Apple en chipfabrikant Intel zakten circa 2,5 procent.

De prijs van een vat Amerikaanse olie stond vrijdagavond 2,3 procent in de min op 31 dollar. De euro was 1,1165 dollar waard, tegen 1,1135 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.