Kippenboeren op zoek naar het gouden ei
RENSWOUDE. Na twee minder goede jaren profiteerden leghennenhouders vorig jaar van een stevig herstel van de eierprijzen. Maar de markt is grillig en de gemiddelde pluimveehouder onderneemt zonder duidelijke visie.
Dat laatste bleek gisteravond tijdens een bijeenkomst in Renswoude, waar enkele specialisten met honderd kippenboeren nadachten over kansen, bedreigingen en een mogelijk ‘gouden ei’.
Kansen
Nico van Eckeveld, accountmanager bij Rabobank Gelderse Vallei benadrukt dat de markt sterk aan het verschuiven is. „De omschakeling van industrieel naar scharrel zal de positie van het Nederlandse ei verbeteren. Maar het herstel van de eierprijs in Europa is vooral te danken aan de vogelgriepuitbraken in de Verenigde Staten. Zo’n crisis is goed, als die maar niet bij ons langs komt.”
Ook de kosten hebben invloed op het rendement. Volgens Erik Versteeg, bedrijfsadviseur bij Vallei Accountants Agri in Woudenberg, tikt vooral het voer zwaar door. „Voerkosten maken de helft van de kostprijs van eieren uit.”
Maar het langetermijnperspectief voor de sector is goed. Van Eckeveld: „De vraag naar dierlijke eiwitten zal de komende twintig jaar toenemen. Nederlanders en Duitsers consumeren meer eieren. Daarbij neemt de vraag naar duurzame producten toe. Vrije-uitloopeieren zijn niet aan te slepen. De vrije-uitloopbedrijven bevorderen in Nederland ook het maatschappelijk draagvlak voor de sector. Tegelijk vormen ze een risico vanwege de grotere kans op insleep van vogelgriep.”
Bedreigingen
Versteeg: „De gemiddelde pluimveehouder onderneemt zonder échte visie. Sommigen weten heel duidelijk waar ze heen willen, anderen zouden meer moeten proberen vooruit te kijken.”
Van Eckeveld: „Vaak is er wel een visie, maar die is meer op gevoel gebaseerd dan onderbouwd met echte feiten. Welke positie heb je in de markt, wat zijn de mogelijkheden? Pluimveehouders zouden meer vanuit die kracht naar de toekomst moeten kijken.”
Math Lemmers, mede-directeur van eierverwerker Global Food Group: „Er komen steeds meer pluimveehouders met visie, maar er zijn er helaas ook die echt niet weten voor wie ze produceren. De structuur van de Nederlandse legpluimveesector is achterhaald. Je ziet het aan de ongezonde mate van schommelingen van de prijzen in de markt, zowel van de eieren als van het voer. Daardoor is er vaak een te laag financieel rendement op het pluimveebedrijf. Aan de andere kant worden er in de kippenstal wel uitmuntende technische resultaten behaald en zijn er mooie innovaties.’’
Van Eckeveld: „De vogelgriep blijft altijd een bedreiging voor de sector.”
Gouden ei?
Lemmers: „Eind jaren 50 hadden de twee families achter de Global Food Group elk een eigen leghennenbedrijf. Tegenwoordig zijn we actief in de hele keten, vanaf het voer voor de legkippen tot en met kant-en-klare eindproducten voor de consument. Onze eieren worden onder meer verwerkt in cakes en wafels.”
Bij die grip op de keten is transparantie volgens hem heel belangrijk. „Een klant die zicht heeft op het hele proces, vanaf de kuiken tot het eindproduct, is doorgaans bereid net iets meer te betalen.”
Een sleutelwoord op de weg naar een beter rendement is samenwerking. Lemmers: „Samen sta je in de markt sterker dan alleen.”
Hij ziet vooral kansen voor zogeheten hybride integraties. „Iedere ondernemer opereert daarin zelfstandig, doet waar hij goed in is en blijft verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijf: de voerleverancier, de pluimveehouder, de eierverwerker. Maar ze denken wel met elkaar mee en kunnen zo beter inspelen op de vraag van de eindverbruiker.”