„Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.”

Dit is de zesde dag. Deze dag bericht u van de geestelijke vrijheid, die Christus u door Zijn bitter lijden en sterven, offerande en vrijheid verworven heeft. Indien dan de Zoon Gods u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn (Johannes 8:36). Daarom moet u wel toezien om in die vrijheid te blijven en niet door moedwillige zonden in de strikken van de duivel te vallen, om u gevangen te nemen naar zijn wil.

Maar als u in uw vrijheid en vreugde, vanwege het Heilig Evangelie vervolgd moet worden, zo moet u niet verflauwen, maar moedig met Paulus het besluit te nemen om bereid te zijn u niet alleen te laten binden, maar ook te sterven voor de naam van de Heere Jezus.

Dit is de dag waarin de mens is gevallen; ook de dag waarin de mens is verlost.

Deze strengen maken een sterk koord om u tot het gebed te trekken en te gedenken aan het gebed van Christus in de hof van Gethsémané. Daardoor hebt u een Goede Vrijdag gekregen, die de oorzaak van alle goede dagen voor u is, en voornamelijk uw goede zondag. Want zo Hij toen niet was gestorven, zo kon Hij op zondag niet opgestaan zijn.

Spreek dan dit gebed: Dank U, Jezus Christus, Gij Zoon Gods, dat U mij, een verloren en verdoemd mens, verlost hebt. Amen.

Johannes van Focquenbergues,
predikant te Diepen

(”Dagwerk”, 1653)