The Guardian nam het kunstenaarschap van de prins van Wales onder de loep omdat Clarence House, het kantoor van prins Charles, zijn werk nadrukkelijk in de schijnwerpers had gezet. De prins heette een van de best verdienende hedendaagse kunstenaars te zijn. Reproducties van door Charles geschilderde aquarellen hebben de afgelopen kwart eeuw namelijk ruim 4,5 miljoen euro opgebracht voor het goede doel.

Allemaal goed en wel aldus de kwaliteitskrant, maar de schilderijen zijn niet meer dan leuke exercities van een hobby-kunstenaar. ‘Niemand zou er over denken om ze op de markt te brengen, ware het niet dat zijn handtekening er op staat’. Dat er toch geld voor wordt betaald, is alleen te verklaren uit overdreven liefde voor het koningshuis, aldus de criticus. Eerder had The Telegraph een soortgelijk oordeel geveld: verdienstelijke amateurkunst, maar zonder veel originaliteit of fantasie.

Volgens The Guardian zou Charles de kunstwereld een grotere dienst bewijzen indien hij in navolging van koningen en prinsen uit vorige eeuwen juist zou investeren in de aankoop van kunst. Moderne wel te verstaan. Werk van Damien Hirst, of zelfs Pablo Picasso, als uitbreiding van de koninklijke collectie met zijn Rembrandts en Vermeer. De krant voorspelt echter dat het publiek dat niet zou accepteren: geld ophalen voor het goede doel mag, de kunst steunen door flinke aankopen te doen niet.