Koenders: In VS geen handel in weefsel geaborteerde kinderen
DEN HAAG. De klinieken van de Planned Parenthood Federation of America (PPFA) –de grootste aanbieder van abortussen in de VS– drijven geen handel met bedrijven en laboratoria in weefsel en ledematen van geaborteerde kinderen.
Dat heeft minister Koenders (Buitenlandse Zaken) dinsdag mede namens minister Schippers (Volksgezondheid) geantwoord op Kamervragen die de SGP in december had gesteld.
De klinieken hebben evenmin hun werkwijze aangepast om foetaal weefsel zo intact mogelijk te verkrijgen, teneinde dat te kunnen verkopen. „Het is altijd de gezondheid van de vrouw die voorop staat bij het kiezen van de methode van zwangerschapsafbreking.”
De PPFA doneert uitsluitend foetaal weefsel voor medisch onderzoek, schrijft de minister verder, en dan alleen „op wens van en met nadrukkelijke toestemming van de betrokken vrouw.”
De SGP eiste van Koenders de garantie dat er geen Nederlandse subsidies naar de PPFA-klinieken zou gaan voor handel in weefsel. Dat gebeurt niet.
Het kabinet heeft vorig jaar wel 2,5 miljoen euro subsidie verstrekt aan de International Planned Parenthood Federation (IPPF), waarvan de PPFA deel uit maakt. IPPF besteedt dat geld aan het terugdringen van het gebrek aan anticonceptiemiddelen en geeft zo „de 225 miljoen vrouwen wereldwijd die wel anticonceptie willen gebruiken maar daar momenteel geen toegang toe hebben, meer zeggenschap over hun eigen leven.” Het kabinet is daar blij mee en wil de bijdrage aan de IPPF daarom zelfs nog „wat verhogen.”