Woensdag
Mattheüs 26:41a
„Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt.”
Dit is de vierde dag. Wij zijn nu midden in de week. Overweeg op deze dag hoe u midden in het leven met de dood omvangen bent. Daarom is het hoog tijd om u te bekeren en het zondigen na te laten. U staat in het midden (als op een tweesprong): of bekering, of eeuwig verdoemd te worden. Er is geen derde weg. Het is nu of nooit. Daarom, waakt (Mattheüs 26:41). Ontwaakt, gij die slaapt (Efeze 5:14). Nu is het de ure om van de slaap op te waken (Romeinen 13:11). Zalig is de knecht die zijn heer, wanneer hij komt, wakende vindt (Mattheüs 24:46).
Daarom moet u dit gebed betrachten: Almachtige God, U hebt de liefelijke zon, de maan en de sterren als heldere lichten aan de hemel op de vierde dag van de wereld geplaatst. Daardoor worden het jaar en de tijden gemaakt. Ik bid U, genadige Vader, dat zoals U de hemel op deze huidige dag met de sterren des lichts hebt voorzien, U mijn ziel zo met de sterren van Uw genade wilt voorzien. Ik bid U, voorzie mij met sterren van allerhande grootte, met enige van vreze, met enige van aandachtigheid, doch allermeest met twee grote sterren van geloof en volharding. Geef mij dat ik in de arbeid van deze vierde dag tot Uw eer mag volharden…
Amen.
Johannes van Focquenbergues, predikant te Diepen.
(”Dagwerk”, 1653)