Opinie

De bruid van de dominee wordt steeds kritischer

De band tussen gemeente en predikant is soms minder goed dan gehoopt. In zo’n geval is geduld, verdraagzaamheid en wijze bemiddeling wenselijk, betoogt Nico van der Voet.

Nico van der Voet
29 January 2016 16:34Gewijzigd op 16 November 2020 01:04
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Velen maken zich zorgen over het grote aantal gebroken huwelijken, ook onder christenen. Ter verklaring van het fenomeen wordt vaak verwezen naar onze hedendaagse cultuur. Mensen zijn mondiger geworden. Vrouwen zijn beter opgeleid en daardoor geëmancipeerd. Echtparen hebben ook een te romantische voorstelling van een huwelijk. Ze trouwen met de gedachte: de ander gaat mij gelukkig maken. En dan raken ze teleurgesteld.

Vroeger was er niet minder relatie-ellende, maar mensen gingen er wel anders mee om. Men was berustender. Een huwelijk was meer een werkrelatie dan een romantische eenheid. Men zoomde ook niet zo in op de karaktereigenschappen of psychische problemen van de partner die het eigen geluk in de weg stonden.

Mannen hebben altijd al voor relatieproblemen gezorgd, maar het lijkt erop dat in onze cultuur de mondige vrouwen zeker ook druk op een relatie kunnen zetten. Sociaal onhandige mannen of mannen met een ander ‘rugzakje’ zijn daarvan het eerste slachtoffer.

Conflict

Ik ga hier nu niet verder over schrijven, maar trek een parallel met de relatie tussen een predikant en zijn gemeente – ”haar” kan in een deel van de Protestantse Kerk ook. Volgens mij kunnen we daar hetzelfde waarnemen. De predikant is de bruidegom en zijn gemeente is de bruid. Ze kiezen zelf voor een relatie, maar belijden ook dat God hen bij elkaar gebracht heeft.

Meestal gaat het daarna goed tussen die twee. Soms niet. Ik heb geen getallen, maar het lijkt erop dat het steeds vaker niet goed gaat tussen de dominee en zijn bruid. Er zijn samenwerkingsproblemen. Er kan sprake zijn van onverenigbare karakters. Er is misschien iets mis met de werkdruk. Predikanten komen overspannen thuis te zitten. En dat kan lang duren. De verwijdering tussen predikant een gemeente wordt daardoor nog groter. Er ontstaat een arbeidsconflict of een persoonlijk conflict. Soms worden voorgangers losgemaakt van hun gemeente en soms zijn ze daarna zelfs geen predikant meer.

Uiteraard zijn er bij conflicten bemiddelingspogingen. Die zijn niet altijd succesvol, evenals bij een huwelijk tussen man en vrouw. Beide partijen graven zich soms in, zijn overtuigd van de fouten van de ander en menen dat ze lijden om Christus wil.

Rare snijbonen

Hoe komt het? Zijn de predikanten dommer of lastiger geworden dan vroeger? Dat kan ik me niet voorstellen. De meeste predikanten functioneren goed. Met vreugde staan ze in het ambt en zijn ze voor jong en oud een heenwijzer naar Christus.

Er zijn ook altijd slecht functionerende predikanten geweest. Luie, autistische, theatrale, onbetrouwbare, autoritaire, dwangmatige of anderszins beperkte of zelfs enigszins vreemde of ontspoorde voorgangers zijn er nu nog. Prof. C. Graafland sprak in mijn studententijd de woorden: „Er zitten onder de dominees maar rare snijbonen.” We lachten erom en gingen die woorden pas na onze studie begrijpen. Gelukkig wordt er in de predikantenopleidingen tegenwoordig meer gelet op de beroepsgeschiktheid van aanstaande voorgangers. Daarvoor was veertig jaar geleden geen aandacht.

Assertief

Liggen de conflicten in kerkelijke gemeentes aan de voorgangers? Dat zou kunnen. Maar vergeet dit niet: gemeentes accepteren ook minder van hun voorgangers. Mensen zijn beter opgeleid dan vroeger, weten veel en soms meer dan de predikanten. Mensen zijn assertiever geworden en uiten makkelijker hun kritiek. Er zijn predikanten die op maandag hun mailbox niet durven te openen. Mensen hebben geen gezag meer voor ”het ambt”. Iedere ambtsdrager moet zichzelf bewijzen.

Gemeentes willen zich verder meer en meer op een eigen manier profileren en voorgangers moeten daarin mee kunnen komen. Dominees moeten hun best doen om het hun gemeente naar de zin te maken. Dus een predikant die graag twee dagen aan een preek werkt en niet voldoende aan pastoraat toekomt, kan kritiek krijgen. Een dominee die altijd in de gemeente sjouwt en weinig tijd in de voorbereiding van preken stopt –en dat is te merken– ziet mensen bij hem weglopen. Voorgangers die communicatief niet al te sterk zijn, zijn het haasje. Zeker als ze dan ook nog wat stijfjes zijn. In onze tijd is er immers grote aandacht voor communicatie en hechten mensen belang aan een vlotte manier van presenteren.

Dominees zijn soms rare snijbonen. Graafland had gelijk. Maar laten we wel wezen: gemeentes hebben minder geduld met deze mannen dan vroeger. De bruid is kritischer geworden. In de behoudende kerken loopt de ontwikkeling een paar jaar achter, maar ook daar is die ook niet tegen te houden.

Opfriscursus

Wat is eraan te doen? Wat doen we om echtscheiding te voorkomen? Stellen moeten beter voorbereid worden op het huwelijk. Hun verwachtingen moeten realistischer worden. Ze moeten zichzelf beter leren kennen en de liefdestaal van zichzelf en de ander leren verstaan. Als er sprake is van een rugzakje bij een van beiden is dat een extra punt van aandacht. Als de stellen eenmaal getrouwd zijn, krijgen ze een opfriscursus voor hun huwelijk aangeboden.

Aanstaande predikanten en beroepen predikanten moeten zich meer dan ooit voorbereiden op wat in de gemeente van hen gevraagd wordt. Gemeentes kunnen voorgangers beter niet binnenhalen op alleen de preekvaardigheid maar de brede geschiktheid ‘proeven’. Gemeentes mogen ook wel eens hun verwachtingen bijstellen en realistische eisen stellen aan hun voorgangers. Realistisch, dat wil zeggen: passend bij deze voorganger (met zijn beperkingen) en bij deze gemeente (met haar uitdagingen). Op grond daarvan zijn goede werkafspraken en regelmatig evaluatiemomenten nodig, waarbij beide partijen aan kunnen geven of ze nog tevreden zijn. Verwachtingen worden namelijk gauw teleurstellingen.

Intervisie

Wat nodig is bij dreigende conflicten, kan ik hier niet uitgebreid vertellen. Ik denk wel aan: geduld en verdraagzaamheid. Ik denk aan: wijze bemiddeling. Ik denk ook aan: als voorganger naar een andere gemeente vertrekken, veel sneller dan nu gebeurt. Waarom moet een predikant eerst opgebrand zijn of een gemeente leeggelopen zijn, voordat zoiets gebeurt? Ik besef dat het huidige beroepingssysteem het werken aan een snelle oplossing bemoeilijkt. Welke gemeente wil immers een dominee beroepen die in een conflictsituatie overspannen thuis zit?

Ik heb trouwens nog een ander idee om problemen tussen predikanten en gemeentes te voorkomen. Dat valt echter in de categorie dromen. Predikanten van verschillende wijken of dorpen zouden met elkaar in teamverband moeten samenwerken, ook met andere kerkelijk werkers. Hun taken kunnen dan gedeeltelijk gavegericht worden ingezet. Ze kunnen elkaar permanent intervisie geven. Als bepaalde taken zwaar vallen, kunnen ze elkaar ook onderling afwisselen.

Wie heeft ooit bedacht dat een voorganger alle werkzaamheden even goed én in z’n eentje moet kunnen uitvoeren? Een vergelijkbaar voorstel is al eens afgewezen in de synode van de Protestantse Kerk. Te veel predikanten waren tegen. Hun principiële argumenten verhulden echter hun verlangen om solistisch bezig te zijn. Dat solisme breekt nou juist veel predikanten op in een kritische gemeente.

Is er ook gebed nodig als een dominee en zijn gemeente een moeizame relatie hebben? Jazeker, mits het niet manipulatief wordt ingezet, om via God de andere partij een lesje te leren. En dat al helemaal niet vanaf de preekstoel.

De auteur is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hij heeft preekbevoegdheid in de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer