Dat zijn de twee voornaamste aanbevelingen die boeren- en tuindersorganisatie LTO Noord en studenten van Hogeschool Inholland doen in een onderzoeksrapport dat deze week verschijnt.

Het tuinbouwgebied langs de Floraweg en de Geestweg is voor een deel verpauperd. Kwekers hebben geen opvolgers, investeringen blijven uit. Verschillende kassen staan leeg en terreinen liggen er verlaten bij. „De ondernemersvlam is hier nog niet gedoofd. Er zit veel dynamiek in dit gebied, maar het is wel vijf voor twaalf”, stelt projectleider André Rotteveel van LTO Noord.

Het tuinbouwgebied –in 2014 goed voor 300 arbeidsplaatsen en een omzet van 30 miljoen euro– telt veel sloten en relatief smalle kavels. Dit maakt het weinig aantrekkelijk voor bedrijven die willen uitbreiden.

Een van de ideeën van de onderzoekers is de inrichting van een ”specialty-inspiratiecentrum”: een leegstaande kas die wordt omgetoverd tot expositieruimte voor nicheproducten. Rotteveel: „Ik weet zeker dat exporteurs daar heel graag naartoe zouden gaan met hun buitenlandse klanten. Dat levert handel op. Bovendien horen kwekers waar de 
klant van morgen naar op zoek is.”

Kwekers kunnen verder onder meer kosten besparen door samen te werken op terreinen zoals aanbod, logistiek en energievoorziening. Ook krijgen ze de aanbeveling om onder dezelfde noemer naar buiten te treden.

Ondernemers die al eerder bij het onderzoek betrokken waren, reageren overwegend positief. Enkelen vinden de toon te optimistisch. Rotteveel vindt echter dat kwekers open moeten staan voor verrassende ideeën. „Het rapport doet de suggestie om een kas om te bouwen tot regenwoud, waarin mensen tegen betaling een tentje kunnen opzetten: kamperen in een tropische omgeving. Waarom niet? Lege kassen genoeg.”

Kwekers moeten vooral niet denken dat toeristen niet te porren zouden zijn voor een bezoek aan Roelofarendsveen. „Kijk eens naar de Orchideeënhoeve in Luttelgeest. Busladingen met toeristen komen daar. Dat kan ook in Roelofarendsveen.”