Bijeenkomst LCJ: Breng jongeren vooral tot de Zaligmaker
SLIEDRECHT. God vertrouwt jongeren aan ons toe om hen bij Hem, de Zaligmaker, te brengen. Maar die kerngedachte verliezen we gemakkelijk uit het oog. Het is daarom belangrijk om dicht bij de Bron, Christus Zelf, te blijven, aldus ds. A. D. Fokkema op een toerustingsbijeenkomst van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
De predikant uit Eemdijk sprak zaterdag voor leidinggevenden in het jeugdwerk. Het thema van de samenkomst was ”Kernachtig. Dicht bij de Bron!”.
Fokkema begint zijn lezing met het voorbeeld van een boer die ploegt, egt, besproeit en geulen graaft in zijn akker. Een man met hart voor zijn werk. Verbazingwekkend genoeg blijft de oogst uit. De boer is vergeten te zaaien. „Passen wij op voor de valkuil van die boer? De kern is: er moet gezaaid worden. We kunnen dat alleen door dicht bij de bron te blijven. Die bron is Jezus. En Hij laat ons in Zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw bij de Jakobsbron zien hoe Hij dat deed.”
Niet alleen een groet
Jezus sprak met de Samaritaanse vrouw. Fokkema wijst erop dat Jezus het niet bij een oppervlakkige groet liet. De vrouw was geen gemakkelijke gesprekspartner, aldus de predikant. Haar achtergrond was bij Jezus bekend, maar juist daarom ging Hij het gesprek aan. Hij wilde dat deze zondares zalig zou worden. „Gaat het jou daar ook om? De jeugd is aan jouw zorgen toevertrouwd, om God als Zaligmaker te leren kennen. Misschien zeg je: „Maar dat hangt toch niet van mij af?” Nee, maar God geeft ons wel een taak in het zaaien.”
Er is een aantal valkuilen bij het brengen van het Woord onder jongeren. „Gezelligheid is belangrijk. Er moet een goede sfeer zijn op de jeugdvereniging en de zondagsschool. Maar je hebt ook inhoud nodig. Je kunt je ook te veel richten op een ordelijk verloop. Dan focus je op de regels, maar het is de vraag of het zaad de akker van de harten bereikt.”
Toch wil de predikant niet dat jeugdwerkers ontmoedigd raken door de vele valkuilen die er zijn. „Als het zo nauw komt, kun je dit werk dan wel doen? Over Jezus staat dat Hij door Samaria moest gaan. En dit jeugdwerk is op jouw pad geplaatst. Laat het daarom steeds je gebed zijn: Houd mij dicht bij U, de Bron.”
Levende water
Een alledaagse vraag is een goede opening voor het gesprek, zo leert de predikant uit de geschiedenis in Johannes 4. „Mag ik iets te drinken?” was Jezus’ vraag aan de Samaritaanse vrouw. En vervolgens bracht Hij het gesprek op het levende water. Zo moeten ook jeugdwerkers proberen het gesprek te brengen op geestelijke zaken. „Benoem daarbij de dingen eerlijk, zoals Jezus het ook deed”, raadt ds. Fokkema aan. „Draai om de lieve vrede niet om moeilijke dingen heen. Eerst komt er misschien weerwoord, maar bij de Samaritaanse vrouw zien we dat dat verdwijnt.”
In verschillende workshops kregen leidinggevenden en ambtsdragers tips voor hun werk in de kerk. Geertje Fokkema, jeugdwerkadviseur bij het LCJ, gaf een workshop over het voeren van een geestelijk gesprek met kinderen en jongeren. Pastoraat aan kinderen is niet eenvoudiger dan het pastoraat aan volwassenen. „Het is anders. Kinderen zijn minder goed in staat om een gesprek te voeren. Praten is voor hen vooral zelfexpressie. Laat het kind communiceren op zijn manier en dwing geen gesprek af. Sluit aan bij de leefwereld van het kind.”