Het incident vond plaats nadat de kerkklokken feestelijk werden geluid om de inwijding door bisschop Agathon luister bij te zetten. Bij de gevechten die vervolgens ontstonden, werden ook brandende strobalen gegooid en schoten enkele mensen met jachtgeweren. Naar het zich laat aanzien raakten daarbij elf mensen gewond, gingen vijf huizen in vlammen op en werden het kruis bij de kerk en de kerkbanken in het gebouw vernield.

De berichtgeving in de Egyptische pers was neutraal, met uitzondering van het dagblad al-Usbua, dat ten onrechte beweerde dat er voor de kerkbouw geen vergunning geweest zou zijn. De berichtgeving over het aantal gewonden en de schade liep nogal uiteen. Volgens sommige geruchten zouden er ook doden zijn gevallen, hetgeen door een priester in een nabijgelegen dorp wordt ontkend.

Bisschop Agathon verscheen met de gouverneur van Minia, waartoe Beni El-Walmous behoort, op de Egyptische televisie en vertelde dat de rust was weergekeerd. Ook zei hij dat president Mubarak instructies heeft gegeven om de schade op kosten van de staat te herstellen.

Verschillende buitenlandse media verwijten de Egyptische veiligheidsdienst niet op tijd ter plekke te zijn geweest om de rellen de kop in te drukken. Priesters in de omgeving vinden dat verwijt niet terecht omdat het dorpje zeer geïsoleerd ligt en moeilijk te bereiken is.

Het probleem is dat veel moslims in kleine dorpen niet graag zien dat Koptische priesters relatief grote kerken bouwen. Elke verandering ten gunste van een duidelijke christelijke aanwezigheid wordt gezien als een inbreuk op het islamitische karakter van hun dorp.