Dat zei ds. A. Moerkerken vrijdag in Gouda tijdens de jaarlijkse winter­conferentie van de werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten. De rector van de Theologische School in Rotter­dam sprak over ”Het ver­gezicht van Daniël”.

In de visioenen van Daniël liggen elementen waarvan de betekenis aan Gods Kerk pas in het einde der dagen ten volle wordt geopenbaard, zei ds. Moerkerken. Hij verwees naar het Nieuwe Testament, waar minstens twee verwijzingen zijn te vinden naar de profetieën van Daniël. „De eerste staat in Mattheüs 24. Daar vragen de discipelen aan de Heere Jezus wat het teken zal zijn van Zijn toekomst. In Zijn antwoord onderscheidt de Heere Jezus algemene en bijzondere tekenen van de eindtijd. De algemene tekenen zijn er na de zondeval altijd geweest, zoals het optreden van verleidende geesten, oorlogen en geruchten van oorlogen, hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen.”

Deze tekenen zijn niets nieuws onder de zon. „Aan de andere kant worden deze algemene tekenen met het voortgaan van de eeuwen wel steeds intenser. Nooit is de wereld zo’n baaierd geweest van de meest bizarre dwaalgeesten als vandaag. De huidige hongersnoden in Afrika zijn ongeëvenaard. Oorlogen zijn van alle tijden, maar is er ooit een tijd geweest waarin de mens met een druk op de knop in luttele seconden miljoenen mensen de dood kon injagen?”

Bijzondere tekenen zijn er niet altijd geweest. Ds. Moerkerken noemde ze „uniek voor de allerlaatste dagen.” „Deze bijzondere tekenen zijn te vergelijken met het teer worden van de tak van de vijgenboom en het uitspruiten van zijn bladeren, waaruit wij weten dat de zomer nabij is.”

Er zijn drie bijzondere tekenen. „We kunnen denken aan de wereld­wijde prediking van het Evangelie. Tussen het moment dat Christus deze woorden sprak en de tijd waarin wij leven, zijn talloos vele volken bekendgemaakt met het Evangelie. Verder kunnen we denken aan de bekering van Israël in de laatste dagen en aan de grote afval waaruit de antichrist op zal komen.”