Joodse gemeenschap Istanbul beleeft opmerkelijke dingen
ISTANBUL. In Turkije is het antisemitisme wijdverbreid. Twee recente gebeurtenissen in de hoofdstad Istanbul laten echter zien dat de Joodse gemeenschap ook andere dingen meemaakt.
In het islamitische Turkije liggen politiek en religie altijd in elkaars verlengde. Dat was ook de reden dat de snel verslechterende relatie tussen de Turkse AK-partij en Israël negatieve gevolgen had voor de kleine Joodse gemeenschap in Turkije. Een studie van de Hrant Dink Foundation concludeerde in 2014 dan ook dat antisemitisme in Turkije wijdverspreid is. De huidige nieuwe, voorzichtige dialoog tussen Israël en Turkije vertaalde zich de afgelopen periode echter in twee opmerkelijke gebeurtenissen.
In december vond er voor het eerst in de geschiedenis van de Turkse republiek een openbare viering plaats van het Joodse Chanoekafeest. Dit gebeurde op het Ortaköyplein in Istanbul: een unicum in de islamitische wereld. De oproep hiervoor kwam van Ivo Molinas, de hoofdredacteur van de krant Shalom. Hij had het plan besproken met de burgemeester van Istanbul, die geen bezwaren had. Uit veiligheidsoverwegingen werd echter besloten om hier vooraf niet al te veel bekendheid aan te geven. Leden van de Joodse gemeenschap kregen sms-berichten.
Op de avond van 13 december bleken zich meer dan duizend mensen verzameld te hebben voor de Ortaköysynagoge. Het plein voor de synagoge werd verlicht door duizenden kaarsen en ook de imam van de nabijgelegen Ortaköymoskee was aanwezig. Het hoofd van de Joodse gemeenschap in Turkije, Ishaq Ibrahimzadeh, zei bij die gelegenheid in zijn toespraak dat „we momenteel een wonder beleven.”
De imam die aan de plechtigheid had deelgenomen, kwam in de daaropvolgende dagen in de sociale media onder vuur te liggen. Veel Turkse nationalisten waren verontwaardigd. Ze beschuldigden de imam ervan dat hij de nagedachtenis „van de martelaren die werden vermoord door de zionisten” had bezoedeld. Ook vertegenwoordigers van de Turkse politiek waren bij het Chanoekafeest aanwezig, terwijl president Erdogan per brief de Joodse gemeenschap feliciteerde.
Baanbrekend
Begin deze maand gebeurde wat door Joodse leiders in Turkije als „baanbrekend” werd omschreven. In de Neve Salomsynagoge, de grootste en bekendste synagoge van Istanbul, werd op 10 januari met veel publiek vertoon een huwelijk voltrokken. Onder de aanwezige gasten was een aantal Turkse politici, onder wie de lokale burgemeester.
Deze Neve Salomsynagoge symboliseert in zekere zin de moeilijke en vaak zelfs beangstigende situatie waarin Joden in Turkije leven. Sinds het Joodse gebedshuis in 1951 zijn deuren opende, werd de synagoge drie keer aangevallen. Zo ramde bijvoorbeeld een met explosieven geladen vrachtauto in november 2003 de synagoge, waarbij tientallen doden vielen. Dat de openbare huwelijksplechtigheid op 10 januari net in deze synagoge plaatsvond, had dan ook een grote symbolische waarde.
Tegelijk moet gezegd dat de strijd tegen antisemitisme in Turkije nog niet gestreden is. Deze week nog werd de Istipolsynagoge in de Joodse wijk Balat in Istanbul beklad met haatteksten.