Opinie

Nieuwe wetgeving zzp’ers geen verbetering

De nieuwe wetgeving voor zzp’ers is een bedreiging van de flexibele arbeidsmarkt, betoogt Miranda Maasman.

Miranda Maasman
22 January 2016 16:53Gewijzigd op 16 November 2020 00:53
beeld Istock
beeld Istock

Volgende week debatteert de Eerste Kamer over het wetsvoorstel Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA). Dit wetsvoorstel schaft de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) voor zzp’ers af. Als de Senaat zijn taak serieus neemt, stemt hij tegen dit wetsvoorstel. Het wetsvoorstel vormt een ernstige bedreiging voor de flexibele arbeidsmarkt. Bovendien is er geen enkele empirische bevestiging van het ‘probleem’ van schijnzelfstandigheid.

Schijnzelfstandigheid is werken als zelfstandige, terwijl de samenwerking alle kenmerken vertoont van een echte arbeidsovereenkomst. De Raad van State constateerde bij de voorloper van dit wetsvoorstel al dat onduidelijk is of schijnzelfstandigheid daadwerkelijk een probleem is. Bovendien is het vervolgens nog maar de vraag of dit wetsvoorstel dit ‘probleem’ wel bestrijdt.

Het antwoord op die vraag is nee. Het wetsvoorstel belet malafide opdrachtgevers niet schijnconstructies op te tuigen. Bonafide opdrachtgevers zullen bij invoering van de wet juist terughoudend worden bij de inzet van zzp’ers. Of zij gaan zzp’ers alleen nog via payrollconstructies inzetten. Verder zullen ze voor de zekerheid loonheffingen inhouden en de tarieven van zzp’ers naar beneden bijstellen.

Het wetsvoorstel schrijft voor dat opdrachtgevers hun contract met zzp’ers voortaan vooraf voorleggen aan de Belastingsdienst. Die velt dan een oordeel over de aard van die arbeidsrelatie: is het een arbeidsovereenkomst of toch een overeenkomst van opdracht? De status van de zzp’er zelf doet nauwelijks meer ter zake.

Blijkt de samenwerking te voldoen aan de criteria: persoonlijke arbeidsverrichting, loon en werkgeversgezag, dan is die samenwerking een arbeidsovereenkomst en moet de opdrachtgever loonheffingen betalen.

Met behulp van modelovereenkomsten kunnen opdrachtgevers vooraf zekerheid verkrijgen over de loonheffingsplicht voor zzp’ers, stelt staatssecretaris Wiebes. Die zekerheid is echter relatief. De opdrachtgever wordt namelijk uitsluitend gevrijwaard wanneer de feiten en omstandigheden waaronder een zzp’er werkzaam is exact overeenstemmen met het modelcontract. De praktijk is echter weerbarstig.

De gepubliceerde modelovereenkomsten bevatten verder ook abstracte bepalingen. De modelovereenkomsten bieden daardoor veel te veel ruimte voor het constateren van een afwijking door de Belastingdienst. Bij een door de Belastingdienst geconstateerde afwijking van het gebruikte model vervalt ondertussen wel de vrijwarende werking voor de opdrachtgever. In dat geval kan de opdrachtgever een naheffing tegemoetzien. Dat geldt met terugwerkende kracht tot maximaal vijf jaar. Dit kan een bedrijf onverwachts tonnen kosten.

Wiebes zei eerder in eerste instantie maximaal veertig modelovereenkomsten te willen publiceren op de website van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft inmiddels een aantal modelovereenkomsten gepubliceerd. Het merendeel daarvan is zo specifiek dat het ernaar uitziet dat er eerder 4000 dan 40 modellen beschikbaar zullen komen. Het gros van de modellen biedt bovendien zo veel ruimte voor discussie dat van enige zekerheid vooraf geen sprake is. De modelovereenkomsten leiden ertoe dat ondernemers van een situatie van vermeende schijnzelfstandigheid naar een situatie van zekere onzekerheid gaan.

Het kabinet blijft ondertussen herhalen dat de VAR failliet is. Het systeem zou leiden tot fraude en misbruik. Bovendien is de Belastingdienst niet in staat om te handhaven bij malafide opdrachtgevers. Op dit moment is er volgens de staatssecretaris onvoldoende capaciteit om VAR-aanvragen inhoudelijk te toetsen. Dat is inderdaad een probleem. Maar als die toetsing zo moeilijk uitvoerbaar is, waarom zou er dan in de toekomst wél goed onderzoek kunnen plaatsvinden naar feiten en omstandigheden?

Het is veel logischer om de VAR te verbeteren. Bijvoorbeeld door aanscherping van de vragenset en door informatie te benutten uit de inkomstenbelastingaangifte van zzp’ers. Ook intensivering van (risicogebaseerde) controle met meer menskracht is denkbaar. Het zou verder helpen als de Belastingdienst zich voortaan met zijn communicatie rechtstreeks richt tot opdrachtgevers in plaats van alleen tot zzp’ers. En als hij niet zélf blijft beweren dat de VAR voor opdrachtgevers een algehele vrijwaring biedt, is het niet nodig de wet zo ingrijpend te wijzigen. Dan kunnen bonafide opdrachtgevers en zzp’ers probleemloos blijven samenwerken.

De auteur is secretaris economische en juridische zaken bij het Nederlands Uitgeversverbond.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer