Liefde van calvinisten tot Barth was van korte duur
Nergens in Europa was de jonge Karl Barth zo invloedrijk als in Nederland. Neocalvinisten zagen de theoloog eerst als ‘hun man’, maar algauw was „het speelkwartiertje met Barth” voorbij.
Dat betoogde prof. dr. George Harinck (Amsterdam en Kampen) gisteren in Apeldoorn tijdens een studiedag over de Zwitserse theoloog. „Voor de neocalvinisten was Barth nog niet echt een calvinist, maar hij was wel goed op weg. Ze zouden hem wel het juiste duwtje geven. Maar ze merkten al snel dat Barth geen calvinist was en dat ook niet zo gauw zou worden. Het omgekeerde was ook waar. Barth voelde al snel aan: Dit is niet mijn volk.”
Toch kreeg Karl Barth (1886-1968) gaandeweg meer invloed, vooral buiten de theologie. „Hij gaf antwoord op de vraag hoe men zijn geloof kon beleven in een samenleving die van haar christelijke illusies was beroofd”, aldus prof. Harinck. „De christelijke Doorbraak begon in de wereld van kerk en theologie, niet in de politiek.”
De hoogleraar belichtte de ontvangst van Karl Barth in de jaren twintig in Nederland. Met name de neocalvinisten waren met hem bezig, zo bleek uit de Nederlandse correspondentie van Barth die prof. Harinck onderzocht. Tot 1926 presenteerde Barth voor neocalvinisten iets nieuws. Na 1926, de tijd van het conflict rond Geelkerken, houdt de vrede op en wordt het een slagveld. Maar Barth bleef belangrijk voor Nederland, concludeerde prof. Harinck. „Hij heeft de theologie om geschoffeld en ingrijpend veranderd, ook de samenleving. De opmerking van Schilder dat Barth de samenleving heeft geseculariseerd mag ons misschien tegen de borst stuiten, maar zijn ideeën bleven niet beperkt tot de theologie.”
Gedurende de jaren twintig werd de visie op de Nederlandse samenleving bepaald door de calvinistische verzuilingsgedachte, conform de wens van Kuyper. „Anderen wilden juist af van christelijke politiek en dat bestempelde iemand als Schilder als secularisatie. Je ziet dat de verzuilingsgedachte, na vijftig jaar goed gewerkt te hebben, toch een eindig concept was.”
Prof. dr. Rinse Reeling Brouwer (Protestantse Theologische Universiteit) gaf een introductie op de studiedag aan de hand van een bespreking van het boek van dr. Susanne Hennecke, die ook aanwezig was. Pas na de Tweede Wereldoorlog ontstond het Nederlandse barthianisme als stroming, maar, zo waarschuwde de spreker, overwaardeer het barthiaanse element in de Hervormde Kerk niet. Daarvoor was het ideologisch apparaat van de naoorlogse Hervormde Kerk te complex.
Oecumene
Prof. dr. Arie Molendijk (Groningen) belichtte de relatie tussen Barth en W. A. Visser ’t Hooft, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken. Barths commentaar op de Romeinenbrief was voor Visser ’t Hooft het afscheid van de vrijzinnige theologie. „Hij ontdekte in Barth een voluit modern theoloog die midden in de wereld stond en daar opnieuw het gezag van God proclameerde.”
Barth heeft zich ingezet voor de oecumene, maar stond kritisch ten opzichte van de Wereldraad van Kerken, omdat deze geen stelling nam tegen het opkomend nazisme. De beweging was volgens hem te zeer gericht op consensus en compromis, aldus prof. Molendijk.
Prof. dr. Georg Plasger (Siegen) belichtte de invloed van Barth op de Nederlandse theologen Miskotte, Berkouwer, Berkhof en Van Ruler. Vooral Berkouwer stelde kritische, confessionele vragen over Barths visie op de verkiezing. Hij miste de notie van de verwerping. Miskotte was de meest trouwe volgeling van Barth. Berkhof en Van Ruler misten bij de theoloog aandacht voor het werk van de Geest en de zelfstandige plaats van de schepping. Berkhof en Van Ruler hebben met deze kritische bezwaren tegen Barth invloed uitgeoefend op het denken van de Duitse lutherse theoloog Jürgen Moltmann.
De context in Duitsland was volgens prof. Plasger anders dan in Nederland. In Duitsland was de officiële theologie niet zo liberaal als in Nederland en stond men vooral op de bodem van de opwekkingstheologie. Ook was de groep Duitse gereformeerden in vergelijking met Nederland veel kleiner. Toch stonden degenen die, aan beide zijden van de grens, bezwaar maakten tegen Barth dicht bij elkaar.
Kerkelijk verzet
Dr. Wilken Veen (protestants predikant te Amsterdam) belichtte Barths invloed op het protestants geïnspireerde verzet in Nederland. Hij kritiseerde de stelling van dr. Hennecke dat het kerkelijk verzet in Nederland vooral barthiaans geïnspireerd was. „Het moet te denken geven dat de meeste omgebrachte predikanten niet uit de Hervormde Kerk kwamen, maar uit de Gereformeerde Kerken, en die waren niet barthiaans gezind. Het confessionele verzet in de ARP had weinig op met Barth, omdat men hem politiek niet vertrouwde.”
Toch is Barth de grote inspirator van het kerkelijk verzet in Nederland geweest, aldus dr. Veen. „Barths invloed na de oorlog was groter dan vóór die tijd, en dat is mede gekomen door zijn duidelijke standpunt tijdens de oorlog.”
Dr. Dirk van Keulen (Kampen) miste de naam van Van Ruler in het boek van Hennecke. Een grote omissie, vindt hij. Van Ruler ontwikkelde zich aanvankelijk als een theoloog die alles van Barth omarmde, maar zijn latere theologie stond helemaal in het teken van een kritische reactie op Barth. Zijn kritiek betrof het eenzijdig christologisch denken –ten koste van de Geest en het ontbreken van noties als mystiek en bevinding– en de visie op kerk en staat.
Duitse studie belicht Barth in Nederland
In 1918 werd voor het eerst een publicatie van Karl Barth in het Nederlands vertaald. Het betrof een preek die de theoloog in het Zwitserse Safenwil in 1916 hield. De preek werd afgedrukt in ”Stemmen voor Waarheid en Vrede”, een tijdschrift dat een orthodox tegenwicht wilde bieden aan liberale en vrijzinnig-protestantse periodieken. Bijna honderd jaar receptie van Barth in Nederland én een studie van dr. Susanne Hennecke (Bonn) –”Karl Barth in den Niederlanden. Teil 1: Theologische, kulturelle und politische Rezeptionen (1919-1960)”– waren gisteren in Apeldoorn onderwerp van een studiedag van de Nederlandse Barthtagung, het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de VU en de theologische universiteiten van Apeldoorn en Kampen. Het boek van dr. Hennecke is een katalysator voor het onderzoek naar Barth in Nederland, stelde prof. dr. Gerard den Hertog (Apeldoorn).