In het donderdag verschenen onderzoeksrapport staat dat de Russische president Vladimir Poetin waarschijnlijk zelf in 2006 de moord op voormalig spion Aleksandr Litvinenko heeft goedgekeurd. Premier David Cameron liet via zijn woordvoerder weten dat dit „geen manier is voor welke staat dan ook, laat staan een permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, om zich te gedragen”.

Volgens de Britse minister is Rusland de laatste jaren „agressiever en nationalistischer” geworden. Groot-Brittannië bijft echter wel samenwerken met de Russen als dat „strikt noodzakelijk is voor de Britse belangen”, aldus May. Uitgebreide economische sancties, zoals de weduwe van Litvinenko bepleit, komen er niet. De woordvoerster van Cameron zei dat het onderzoek bevestigt waar opeenvolgende Britse regeringen al van uitgingen. Ze herinnerde eraan dat in 2007 al maatregelen tegen Rusland zijn genomen.

Minister May wees erop dat nog altijd internationale arrestatiebevelen van kracht zijn tegen de twee Russische verdachten Andrei Loegovoi en Dmitiri Kovtoen. Zij zitten echter veilig in Rusland, dat weigert hen uit te leveren.

Oppositiepartij Labour ging veel verder in de kritiek op Rusland. ‘Schaduwminister’ Andy Burnham sprak van een „ongekende daad van door een staat gesteund terrorisme” en pleitte voor een reactie die daarmee in verhouding staat. FSB-mensen moeten wat hem betreft het land uit worden gezet. Hij wil verder dat de regering de mogelijkheid overweegt om het wereldkampioenschap voetbal van 2018 in Rusland tegen te houden.