Take Five brengt vrolijkheid en melancholie
Een rendier nabootsen had klarinettist Peter Koetsveld nog nooit gedaan. „Ik vond het verzoek van Jan Peter Teeuw heel uitdagend. Dat is het spelen in Take Five sowieso. We willen ons publiek met leuke muziek een gezellige avond bezorgen.”
In de consistorie van de Ridderkerkse Boezemkerk vertellen vijf goedlachse musici over Take Five. Het gezelschap straalt uit wat op zijn eerste cd te horen is: ze hebben plezier met elkaar. Tijdens het gesprek vliegen de kwinkslagen over en weer. Dit komt mogelijk omdat de meesten elkaar al jaren kennen. Marien Stouten (orgel) en Jan Peter Teeuw (orgel en piano), Annette Jumelet (viool) en Stouten, en Leon Koppelman (panfluit) en Teeuw vormen duo’s met elkaar. Klarinettist Peter Koetsveld is de enige bij wie dit niet het geval is.
Teeuw: „Marien en ik organiseren al jaren een nieuwjaarsconcert en een zomeravondconcert hier in de Boezemkerk. Elke keer nodigen we andere instrumentalisten uit, onder wie Annette, Leon en Peter.”
De musici kregen na een optreden vaak de vraag of de gespeelde muziek op cd terug te luisteren is. De reacties leidden uiteindelijk tot de opname van de eerste cd, ”Take Five”. Daaraan gingen geen dagenlange repetities vooraf. Jumelet: „Misschien dat ons spel daarom zo enthousiast op mensen overkomt.”
Waarom een ensemble in de samenstelling panfluit, klarinet, viool, piano en orgel?
Stouten: „Een panfluit kan in tegenstelling tot een dwarsfluit qua volume wedijveren met een klarinet.” Koppelman: „Een klarinet en een panfluit kleuren mooi met elkaar. Het zijn folkloristische instrumenten die een link hebben met volksmuziek en met Joodse muziek. Dat laatste geldt ook voor de viool.” Jumelet: „Als je een trompettist naast mij zet, hoor je mijn viool nauwelijks meer. Twee begeleidingsinstrumenten en drie solo-instrumenten vormen een mooi geheel.” Teeuw: „Met meer solo-instrumenten wordt het al snel een ratjetoe. Het samenspelen met deze musici loopt als een trein.” Koetsveld: „Er bestaan al zo veel ensembles met een hobo, fluit en trompet. De samenstelling van Take Five ben ik nog nooit tegengekomen.”
Jullie proberen je ook qua repertoire te onderscheiden?
Teeuw: „Ja, want er komen veel cd’s met instrumentale muziek op de markt die elkaar qua repertoire overlappen.” Koppelman: „We zoeken naar een mix van originele klassieke muziek, volksmuziek en lichte muziek.” Stouten: „Soms stuur ik een idee naar Jan Peter. Hij levert zelf de meeste ideeën.” Teeuw: „Ik zoek naar kwalitatieve stukken met een aansprekende melodie. Zo beginnen we onze eerste cd met de ”Marche of the Bersaglieri” van Eilenberg. Deze componist heeft wel vijftig marsen geschreven. Maar we spelen er slechts drie, omdat we de andere stukken niet interessant genoeg vinden.” Stouten: „We treden ook solistisch op tijdens de concerten van Take Five. Annette, Leon en Peter dragen voor elk concertprogramma een solostuk aan.”
Veel mensen reageren enthousiast op jullie spel. Wat is het geheim van Take Five?
Koppelman: „We hebben een klik met elkaar en voelen elkaar uitstekend aan.” Stouten: „Mensen die de cd tijdens een beurs horen, kopen hem vaak. Ze vinden hem fris en gezellig klinken.” Jumelet: „We spelen veel vrolijke muziek.” Koppelman: „Maar we schuwen sfeervolle, melancholische nummers niet.” Koetsveld: „Die muziek ontroert luisteraars. Ik zet niet vaak cd’s met mijn eigen spel op, maar Take Five draai ik regelmatig. Het blijft geinige en uitdagende muziek. Mede dankzij de aanstekelijke arrangementen van Jan Peter.” Teeuw: „Ik weet dat het voor jou niet snel moeilijk genoeg is. Jij sleept ons toch wel door de moeilijkste passages heen.”
Wat kenmerkt de sfeer binnen Take Five?
Koppelman: „We zijn open naar elkaar en durven kritisch te zijn. Niemand heeft gelukkig de behoefte om op zijn strepen te gaan staan.” Teeuw: „Na een concert zeggen bezoekers vaak dat ze kunnen zien dat we er plezier aan beleven om samen te spelen.” Koppelman: „Eenzelfde stuk klinkt elk concert anders.” Jumelet: „Er bestaat onderling respect. We dagen elkaar uit en motiveren elkaar. Peter is vaak de aanjager.” Koetsveld: „Door qua ritme, tempo of versieringen net iets anders te doen dan op papier staat. Gelukkig vindt Jan Peter het niet erg als we ons even buiten de door hem geschetste kaders begeven.”
De organist zit ver weg achter het orgel. Wat pikt hij op van de interactie tussen de musici?
Stouten: „Ik heb altijd een hoofdtelefoon op en moet het van mijn gehoor hebben. Een nadeel van de hoofdtelefoon is dat ik mijzelf minder goed hoor spelen.” Koetsveld: „Andere organisten zijn in mijn beleving soms te nadrukkelijk aanwezig binnen een ensemble. Bij ons is het andersom, Marien is dienend bezig.” Stouten: „Ik probeer een orkestraal fundament voor de solisten te leggen.”
Welke rol speelt de enige dame in het mannengezelschap?
Jumelet: „Ik ben daar niet mee bezig, het musiceren staat voorop. Misschien voeg ik een vrouwelijke touch toe. Ik probeer veel gevoel in mijn spel te leggen.” Teeuw: „Jij hebt een warme, ronde klank.”
Wat zijn de toekomstplannen van Take Five?
Teeuw: „Die hebben we niet echt. We nemen volgende week onze tweede cd op en blijven in elk geval jaarlijks een aantal concerten geven.” Stouten: „Dat we uit alle hoeken van het land komen en onze eigen agenda hebben, maakt het lastig om elkaar maandelijks te treffen.” Jumelet: „Ik moet het musiceren combineren met het moederschap en met mijn werk.” Koppelman: „Een vrouw nodigde ons vorige week na het concert in Lemelerveld spontaan uit voor een besloten optreden ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag. We gaan graag op zo’n uitnodiging in.”
Take Five
De leden van Take Five komen uit het hele land. Annette Jumelet-Kik (35) woont in Bruinisse, Peter Koetsveld (54) in Veenendaal, Leon Koppelman (29) in Vriezenveen, Marien Stouten (32) in het Zeeuwse Scharendijke, terwijl de thuisbasis van Jan Peter Teeuw (28) zich in Ridderkerk bevindt.
Jumelet is moeder en heeft een eigen praktijk als logopediste. Ze speelt viool en deed als violiste ervaring op in verschillende orkesten. Koetsveld studeerde klarinet aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en begon zijn loopbaan bij het Cape Town Symphony Orchestra in Zuid-Afrika. Terug in Nederland viel hij in in verschillende orkesten. Hij is klarinettist in het New English Orchestra en het Hineni Symfonie Orkest, en lid van het Kurios Klarinetkwartet. Daarnaast dirigeert hij verschillende koren. Koppelman heeft een commerciële functie bij bouwbedrijf Strukton. Hij speelt panfluit en heeft een lespraktijk in zijn woonplaats. Stouten studeerde orgel aan het conservatorium in Gent. Hij is organist van de Grote of Sint-Nicolaaskerk in Brouwershaven, dirigeert diverse koren en is opnametechnicus voor Animato Music Productions en Voxus Virtual Organs. Jan Peter Teeuw geeft les op een basisschool. Hij is organist van de Singelkerk en de Wilhelminakerk in zijn woonplaats. Hij schrijft en arrangeert veel muziek voor allerlei bezettingen.
De eerste cd, ”Take Five”, verscheen in 2014 en bevat een dwarsdoorsnee van het repertoire dat de afgelopen jaren klonk tijdens nieuwjaars- en zomerconcerten in de Ridderkerkse Boezemkerk. Er staan werken op als ”The gospel of grace” van Hayes, ”I feel pretty” van Bernstein, ”Oseh Shalom” van Hirsch en ”Sleigh ride” van Anderson. Een recensent sprak in deze krant zijn waardering uit voor de kwaliteit van de arrangementen en typeerde het spel als professioneel. Op 23 januari neemt het ensemble een tweede cd op in de Nieuwe Kerk van Zierikzee. ’s Avonds volgt een presentatieconcert in deze kerk. Op de schijf komen werken als ”O when the saints” (Rutter), ”Over the rainbow” (Arlen) en ”Festival Fanfare” (Van Weelden).