Joodse gemeente Chabad Flevoland wil er zijn voor alle Joden
ALMERE. Leden heeft de Joodse gemeente Chabad Flevoland niet, alleen sponsors en sympathisanten. De belangstelling is nog nooit zo groot geweest. En daar gaat het om, vindt rabbijn Moshe Stiefel. „Lidmaatschap is niet meer van deze tijd.”
De loodsen langs de Kweekgrasstraat zijn vrijwel identiek, maar de deur van het laatste bedrijfspand is voorzien van een klopper. Voor de sabbat. Sinds december 2014 doet de bovenverdieping van het pand aan de rand van Almere dienst als synagoge van Chabad Flevoland. De ruimte is door gordijnen in enkele compartimenten verdeeld: een voor de mannen, een voor de vrouwen en een voor sociale activiteiten.
Tegen de achterwand hangt een portret van rabbijn Menachem Mendel Schneerson, de laatste rebbe van Chabad. Veel van zijn volgelingen meenden dat hij de Messias was. Ook na zijn overlijden in 1994 bleef een deel trouw aan die opvatting. Ze zien uit naar de opstanding van de legendarische rebbe.
De extroverte chassidische beweging probeert over de hele wereld ingezonken Jodendom nieuw leven in te blazen. Moshe Stiefel (43) kwam in 1997 met dat ideaal vanuit Amerika naar Nederland, nadat hij eerst een jaar met zijn vrouw in Israël had gewoond. De schoonzoon van opperrabbijn B. Jacobs trad in dienst van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR), onderdeel van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK). Zijn hoofdtaak werd het opbouwen van de kort ervoor gestichte Joodse gemeente Almere.
In april 2014 kreeg Stiefel ontslag aangezegd, volgens het NIK om financiële redenen. De Joodse gemeente in de polder leek daarmee ten dode opgeschreven, maar de rabbijn verloor de moed niet. De gemeente valt nu onder Stichting Chabad Flevoland, die hij rond 2000 oprichtte om grote activiteiten van de gemeente te bekostigen. Een halfjaar na de breuk met het NIK vond Stiefel de ruimte aan de Kweekgrasstraat. „Een paar maanden hebben we alles bij mij thuis gedaan. Dat was heel gezellig maar niet zo praktisch, want we hebben een groot gezin en vaak gasten.”
Bij de inwijding van de nieuwe sjoel, in februari 2015, waren zo’n 200 mensen aanwezig, onder wie burgemeester A. Jorritsma, opperrabbijn Jacobs en rabbijn I. Vorst, de voormannen van Chabad in Nederland.
Donateurs
Leden heeft de Joodse gemeente in Almere niet meer. Lidmaatschap is in de optiek van de bevlogen rabbijn een achterhaald fenomeen. „Daar ligt een groot verschil tussen de benadering van het NIK en die van mij. Naar schatting wonen er in de Flevopolder tussen de 1000 en de 1500 Joden. Richt je je alleen op leden, dan maak je jezelf heel klein. Het motto van Chabad Flevoland is: ”Waar iedereen zich thuis voelt”. Wie een Joodse moeder heeft, hoort bij ons, ongeacht hoe hij leeft. We moedigen bezoekers aan ons te ondersteunen, maar verplicht is het niet.”
De polder kent vrijwel geen orthodoxe Joden. Nieuwe bezoekers komen in eerste instantie voor de gezelligheid. „Na de dienst hebben we een kiddoesj. Dan wordt er gegeten, gedronken en gezongen. Na verloop van tijd gaan nieuwelingen vaak serieuzer meedoen.”
Voor het loofhuttenfeest in september organiseerde de rabbijn een groot Soekotdansfeest, met een band en een optreden van een goochelaar. Als trekker, in de hoop dat afgedwaalde Joden zo weer de weg naar de synagoge vinden. „We hadden zo’n 250 bezoekers, dat is hier nooit eerder gebeurd. Het gaat er mij om hun de rijkdom van het Jodendom te laten zien. Af en toe zie ik een vrucht van mijn harde werken.”
De gemeente in Almere heeft vrijwel elke zaterdag, elke maandagmorgen, eens per maand op vrijdagavond en op alle Joodse feestdagen een dienst in de sjoel. „Op maandagmorgen leggen we met de aanwezige mannen de tefillien, de gebedsriemen. Zondagmorgen geven we Joodse les aan zo’n vijftien kinderen. Op dinsdagavond hebben we vaak een Thoracursus voor volwassenen, met gemiddeld zes tot tien bezoekers. Ik spoor hen aan andere Joden mee te nemen. Zelf leg ik veel contacten via Facebook, door mensen met typisch Joodse namen zoals Cohen te benaderen. Zo wordt ons netwerk steeds groter.”
Laagdrempelig
Op zaterdagmorgen trekt de sjoel in Almere inmiddels zo’n veertig bezoekers, van alle leeftijden. „De laatste tijd zien we ook steeds meer tieners, door het laagdrempelige beleid. We stellen geen eisen.” Behalve rabbijn is Stiefel ook de voorzanger van de gemeente. „Ik kom uit een familie van chazannim en heb een redelijk stem.”
De polderrabbijn is in gesprek met het NIK om de autonome gemeente weer een plaats te geven binnen het overkoepelende genootschap. Lidmaatschap is voor hem een onbespreekbaar punt. „Al de jaren dat ik voor het IPOR werkte, voelde ik me daardoor beperkt. Ik vond het belachelijk dat iemand die geen lid was, geen bar mitswa kon hebben, of Joods kon trouwen. Het Jodendom is een erfenis voor het gehele Joodse volk, of je betaalt of niet. Als een Joods paar Joods wil trouwen, ben ik bijna bereid hun choepa te betalen. Wanneer je die instelling hebt, blijken veel mensen bereid vrijwillig financiële steun te geven. Dat is toch veel mooier dan de dwang van een lidmaatschap?”
Het bestuur van Stichting Chabad Flevoland telt momenteel slechts twee leden, onder wie Stiefel. Geen ideale situatie, erkent de rabbijn. „We zijn in gesprek met een aantal kandidaten die de lege plekken moeten innemen. Ook het aantal donateurs zal nog moeten toenemen, maar ik zie de toekomst optimistisch in. Anders had ik het jaren geleden al opgegeven.”
serie Overleven in de mediene
Joods leven buiten Amsterdam. Dinsdag deel 3: de Joodse gemeente Chabad Flevoland in Almere. Volgende week: de Joodse gemeente van Twente.
Joodse gemeente
Almere (Chabad)
De Joodse gemeente Almere werd opgericht in 1997. Drie jaar later kwam het tot een breuk tussen het bestuur en rabbijn Moshe Stiefel, waarna er een nieuw bestuur werd gevormd. Het afgetreden bestuur stichtte een nieuwe gemeente: Masorti Almere. Tot 2014 combineerde Stiefel het werk in de polder met arbeid in de mediene, door een aanstelling bij het IPOR. Na de beëindiging daarvan ging hij in Almere zelfstandig verder. De bij Stichting Chabad Flevoland ondergebrachte gemeente kent geen leden, maar wil er zijn voor alle Joden. De kosten worden betaald uit donaties. Chabad Flevoland financiert ook het tijdschrift De Joodse Flevopost (”Voor het leuke Joodse nieuws uit de polder”).