Convenant maakt verantwoord staan in PKN mogelijk
Ds. W. van Weelden gaat in op recente reacties naar aanleiding van het door de hervormde classis Alblasserdam opgestelde convenant.
Wat beoogt de classis Alblasserdam met het convenant? In de weg van waarheid en eenheid staan in de kerk, om goed te spreken van de Heere.
Wat staat er in het convenant? De gemeenten geven bij ondertekening aan dat de binding aan de Heilige Schrift en -in het verlengde daarvan- de gereformeerde belijdenisgeschriften voor hen de enige deugdelijke basis is voor hun kerkzijn. Met Gods hulp zullen zij weerspreken en weren alles wat in strijd is met dit belijden. Als gemeenten ontstaan uit de gereformeerde Reformatie aanvaarden zij niet zonder meer de Augsburgse Confessie en de Catechismus van Luther en aanvaarden zij niet de Konkordie van Leuenberg en de Barmer Thesen.
Bijval
De classis Alblasserdam heeft niet anders gedaan dan in vertrouwen op de Heere verwachten dat het convenant zou worden bijgevallen.
Enkele recente reacties met betrekking tot het convenant wil ik graag van een kanttekening voorzien.
Ds. J. L. Schreuders schrijft (RD 22-3) dat het convenant niet aanvaard is, omdat er op de synode geen stemming over is geweest. Hij acht het zelfs mogelijk dat de door het moderamen gedane toezegging weer wordt ingetrokken.
Het moderamen is echter bevoegd om zaken te regelen namens de vergadering. Vanuit deze bestuurlijke bevoegdheid heeft het moderamen van de generale synode positief gereageerd op het convenant. Het moderamen is vervolgens verplicht in de eerstkomende vergadering verslag te doen van zijn handelen, wat is gebeurd.
Wij weten dat het moderamen bij monde van dr. B. Plaisier gemeld heeft dat het convenant aanvaard is. Er is geen enkele vraag of commentaar over deze mededeling geweest. De gehele synode heeft daarmee het handelen van het moderamen onderschreven. Hieruit vloeit automatisch voort dat de generale synode het convenant aanvaard heeft.
Ontkracht
Dr. P. de Vries (RD 23-3) legt de vinger bij een zin uit de brief van het moderamen aan de classis, waarin het moderamen een wijziging in de tekst van het convenant voorstelt, waardoor het convenant in zijn geheel ontkracht zou zijn. De classis heeft echter duidelijk gesteld dat in het schrijven van de generale synode het convenant aanvaard is. Op basis van het convenant staan kerkenraden en classis met recht in de kerk. De volledige tekst van het convenant is aanvaard.
De door dr. De Vries aangehaalde zin is géén verplichting tot wijziging, zoals hij doet voorkomen, het is een voorstel. Verder wordt in de bewuste brief van het moderamen alleen gewezen op enkele preciseringen in een van de bijgevoegde noten (noot 2, punt 1), waarvoor twee tekstvarianten ter overweging worden gegeven. De noot is uitleg van de volgende zin: „Aan de andere kant laten zij de synode weten dat de SoW-kerk niet kan rekenen op hun instemming met het geheel van de nieuwe kerkorde, zoals die op dit moment voorligt.”
Dr. De Vries noemt het verwerpen van de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg de belangrijkste zin van het convenant. Jammer dat hij een opmerking in een noot verheft tot kern, terwijl de hoofdtekst volkomen duidelijk is.
Jammer is ook, dat hij zich niet meer verdiept heeft in wat wij hebben beoogd met het opstellen van dit stuk.
Comité
Het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft, zo vernamen wij als classis uit de krant, grote bedenkingen bij de geldigheid van het convenant. Men wijst hier met stelligheid op de kerkorde van de PKN. Ordinantie 4-4.2 zou de aanvaarding van het convenant onmogelijk maken. Dat is wel een heel bijzonder argument. Vooral de parallel tussen notarissen en een kerkelijke vergadering doet vreemd aan.
Want waar gaat het om in ordinantie 4-4.2? Een kerkelijk lichaam, dus ook een classis en een kerkenraad, mag, net als in de Hervormde Kerk het geval is, in eigen regelingen (waaronder de beleidsplannen) geen bepalingen opnemen die in strijd zijn met de kerkorde en de ordinanties.
Welnu, met de positieve uitspraak die het moderamen namens de synode heeft gedaan, is vastgesteld dat er geen strijdigheid is. Het convenant is kerkordelijk correct en heeft daarmee een kerkordelijke status. Een beroep vanuit het Comité op ordinantie 4-4.2 mist dan ook elke grond.
Kerkelijke status
Het convenant is door een aantal kerkenraden besproken en onderschreven. Het is door de classis Alblasserdam van de Nederlandse Hervormde Kerk aanvaard. En nu is het vanwege de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk geaccepteerd.
Het convenant is een voorbeeld van hoe de presbyteriaal-synodale structuur van de NHK functioneert. Gemeenten, classis en synode hebben één lijn getrokken. Het convenant is via de kerkelijke weg totstandgekomen en aanvaard. Daarom heeft het dus kerkelijke status. Een kerkelijke status die niet beperkt blijft tot de Nederlandse Hervormde Kerk, maar die zijn voortgang heeft in de PKN.
Het mag duidelijk zijn dat de synode zichzelf en ons als classis een dienst bewezen heeft met het aanvaarden van het convenant. Twee kerkelijke vergaderingen staan op deze wijze niet tegenover elkaar, maar naast elkaar, een ieder in haar eigen verantwoordelijkheid. De classis is verheugd dat de synode gekozen heeft voor het bewaren van de eenheid.
Het feit doet zich nu voor dat de generale synode ruimte heeft geschapen voor een striktere binding aan de belijdenis dan onder de huidige kerkorde van 1951 eigenlijk mogelijk is. Dit is mogelijk geworden door een strikte gebondenheid aan de gereformeerde belijdenis in de nieuwe kerk, die een -door ons niet begeerde- bredere grondslag heeft. Op basis van het convenant in de kerk staan, betekent onszelf én de hele kerk bevragen vanuit de enigheid des geloofs, die ons door de vaderen is aangereikt in de Drie Formulieren van Enigheid. Op deze basis staan de convenantsgemeenten.
Klassiek belijden
In tegenstelling tot de indruk die de reacties wekken, maken het convenant en de reactie van de generale synode duidelijk dat het mogelijk is om in de nieuwe kerk te staan in de lijn van het klassiek gereformeerde belijden.
De classicale vergadering heeft niet anders begeerd dan het ”sola scriptura”, ”sola gratia” en ”sola fide” als getuigenis van de gemeente te verwoorden. Hierin heeft de classis van begin tot eind de kerkelijke weg bewandeld, in de overtuiging dat de Heere Zijn zegen verbindt aan de ordelijke weg. De Heere is geen God van wanorde, maar van vrede.
De Heere schenke vrede in de harten, vrede in de gemeenten en vrede in de kerk.
De auteur is hervormd predikant in Oud-Alblas en preses van de classis Alblasserdam.