Geen minjan, wel toekomst in Apeldoornse sjoel
Het is deze maandagmiddag een drukte van belang in de kleine synagoge aan de Paslaan in Apeldoorn. Mannen –met keppeltjes– en vrouwen lopen heen en weer terwijl in de zaal aan de achterkant de tentoonstelling ”Joodse feesten tijdens de Tweede Wereldoorlog” wordt ingericht.
Vier jaar geleden stond de sjoel te koop. De Joodse gemeente kon er niet langer diensten houden, omdat er geen minjan was, wat betekent dat er tien mannen moeten zijn om een eredienst te kunnen houden. Ook wogen de kosten niet langer op tegen inkomsten van de kleine Joodse gemeente. De situatie leek uitzichtloos.
Toen zich echter lange tijd geen koper aandiende en de enige bieder naar de zin van de gemeente veel te laag bood, besloot het bestuur van de Nederlands Israëlitische Gemeenschap Stedendriehoek (zie kader ”NIG Stedendriehoek”), een doorstart te maken.
En met succes, zo blijkt. De sjoel wordt door de gemeente verhuurd voor lezingen, er worden cursussen en studiedagen georganiseerd en de werkgroep Israël Apeldoorn houdt er met enige regelmaat een tentoonstelling.
Joodse feesten
Tot 4 februari kunnen belangstellenden de expositie ”Joodse feesten tijdens de Tweede Wereldoorlog” in de synagoge bezichtigen. Margreeth Oldenhuis, voorzitter van de werkgroep: „Deze tentoonstelling is gemaakt door de stichting Christenen voor Israël en was eerder in Nijkerk en Sliedrecht te zien. Toen heette zij ”Vreugde in verdrukking”, maar die titel vonden wij wat dubbel. Daarom kozen wij voor een nieuwe naam, zonder de inhoud van de expositie te veranderen. Vanwege de beperkte ruimte is hier 90 procent van de complete tentoonstelling te zien.”
De bijna twintig vrijwilligers die de bezoekers namens de werkgroep gaan verwelkomen, kregen maandag uitleg van Erik Vink van Christenen voor Israël. Terwijl in de zaal de laatste doeken met teksten over de Joodse feesten worden strakgespannen, legt hij uit hoe de tentoonstelling is opgebouwd: thematisch, op basis van de seizoenen van het jaar.
Vasten in Auschwitz
De expositie begint bij de sabbat, het grootste feest in het Jodendom. Vink: „De feesten moeten met vreugde worden gevierd, staat in de Bijbel. Dat maakt deze tentoonstelling bijzonder, omdat het gaat over feesten in oorlogstijd.”
Bij het samenstellen van de expositie is hij aangrijpende verhalen tegengekomen. „Sommige Joden verloren hun geloof door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Anderen putten er juist kracht uit. Zo gingen sommigen in concentratiekamp Auschwitz zelfs vasten op Grote Verzoendag, terwijl ze volledig uitgehongerd waren.”
Iets verderop vertelt Vink over de papierschaarste in de kampen. „Sommigen verruilden hun eten voor papier om daarop gebeden of Thoralessen te kunnen schrijven. Ze vonden hun geloof belangrijker dan voedsel.”
Het feest dat de meeste aandacht krijgt, is Chanoeka. Tijdens dit lichtfeest vieren Joden de herinwijding van de tempel. Voor kinderen is dit een heel speciaal feest, omdat het de gewoonte is om elkaar op Chanoeka cadeautjes te geven, legt Vink uit.
Kinderen
Het zal de kinderen die de tentoonstelling komen bezoeken vast aanspreken, denken de vrijwilligers. Ruim 350 kinderen worden er verwacht uit de groepen 6, 7 en 8 van verschillende Apeldoornse basisscholen. De meesten komen van openbare scholen, vertelt Oldenhuis, die zelf op een openbare basisschool lesgeeft.
Waarom juist van die scholen? „Ik heb geen idee. Ik vermoed dat zij er wat vrijer in staan. Van een christelijke school hoorden we: Dat zijn feesten van een andere religie, daar doen we niets mee. Openbare scholen vinden het met name interessant in het licht van de culturele vorming van de leerlingen.”
Over de sjoel die ze bezoeken, krijgen de leerlingen meteen ook uitleg. Bij binnenkomst horen ze waar ze zijn en vervolgens krijgen de jongens een keppeltje om op te doen. Aan de hand van een vragenboekje kunnen de leerlingen vervolgens door de tentoonstelling lopen.
Ook krijgen ze gelegenheid om in de zaal aan de voorkant te kijken waar de ark staat en de Thorarollen bewaard worden. Hier worden de lezingen gehouden. Tentoonstellingen zijn hier nooit, „want dan moet het meubilair eruit en dat wil de gemeente niet”, aldus Oldenhuis. „En het zou ook jammer zijn om dat te doen”, voegt ze er snel aan toe.
Opgeknapt
Hoewel er geen diensten meer plaatsvinden, is de synagoge toch een plaats van bedrijvigheid. De uitzichtloze situatie van enkele jaren geleden is voorbij. Met het geld dat de verhuur van het pand opleverde, is inmiddels het hele gebouw opgeknapt. Het schilderwerk is gedaan, er kwam een nieuwe vloer in de voorzaal en het dak werd vernieuwd. En dat is maar goed ook, vindt Oldenhuis: „Deze synagoge is een van de weinige die na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. Dat maakt het gebouw uniek. Wij zetten ons er graag voor in dat dit plekje behouden blijft.”
Tentoonstelling
De tentoonstelling ”Joodse feesten tijdens de Tweede Wereldoorlog” werd dinsdag geopend door Binyomin Jacobs, opperrabijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR).
De tentoonstelling staat tot en met 4 februari opgesteld in de synagoge aan Paslaan 18 te Apeldoorn en is –met uitzondering van vrijdag en zaterdag– gratis toegankelijk van 13.00 tot 17.00 uur.
Groepen dienen zich van tevoren aan te melden door te mailen naar: info@israel-apeldoorn.nl.
NIG De Stedendriehoek
De Joodse gemeente in Apeldoorn is in 2000 samengevoegd met die van Zutphen en Deventer tot de Nederlands Israëlitische Gemeenschap (NIG) De Stedendriehoek. De Apeldoornse gemeente was ooit een van de jongste Joodse gemeenten in Nederland en werd geïnstalleerd in 1890. Aan de Paslaan verrees een synagoge die tijdens de Tweede Wereldoorlog (in 1941) in brand werd gestoken. Van de 1549 Joden uit Apeldoorn keerden er na de oorlog zo’n 150 terug. Zij bouwden in 1959-1960 een nieuwe sjoel op dezelfde locatie. Het aantal Joden in Apeldoorn daalde van 112 in 1951, naar 60 in 1970 en 24 in 1998. Daarom vond in 2000 de eerdergenoemde fusie plaats.
De burgerlijke gemeente onderhoudt sinds 1988 de bij de synagoge gelegen begraafplaats. De sjoel maakte in 2012 een doorstart, nadat het pand even te koop had gestaan. Het gebouw –in bezit van de NIG Stedendriehoek– wordt nu verhuurd voor lezingen, exposities, cursussen en studiedagen.