De Kluntjespot van Haarlo
Net even buiten de kom van het Achterhoekse dorp Haarlo staat, op een natuurlijke terp en tussen statige eikenbomen, de Kluntjespot, de hervormde kerk. Het achtkantige gebouw heeft de vorm van een vroegere klontjesbus of suikerpot, vandaar de naam. De Kluntjespot is een plaatje.
Op een grasveld voor de kerk staat een beeldje van het ”Haarloos boertje”, als vertegenwoordiger van de Haarloose gemeenschap. In de klinkers voor het gebouw zijn een kruis, een anker en een hart aangebracht, als de symbolen voor geloof, hoop en liefde. Rechts van de kerk ligt het kerkhof, waar Haarlo zijn doden begraaft.
Koster-beheerder Gerrit Dekker zwaait de kerkdeur open. Hij is bar trots op zijn kerk. „Zoiets moois moet toch worden bewaard voor het nageslacht.”
In een halve cirkel zijn rieten stoelen en oude banken in drie rijen opgesteld, met uitzicht op de kansel. „De rijke boeren zaten vroeger vooraan. De armen achteraan. Zo hoorde dat toen.”
Vanaf de kansel loop de vloer op naar achteren. Aan de preekstoel hangt een rond koperen bakje, de doopvont. Op de liturgietafel staan twee avondmaalsbekers. Er liggen ook een opengeslagen Bijbel en een Liedboek voor de kerken.
Naast de preekstoel bevindt zich een groot kabinetorgel met twee mollige engeltjes erbovenop. Het werd in 1765 werd gemaakt door orgelmaker H. H. Hess (Gouda). Op de orgelgalerij staat een pneumatisch eenklaviersorgel uit 1930 van de firma Dekker uit Goes. „Als we hier kerkdienst hebben, komen beide orgels in beweging”, zegt koster Dekker.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw zat de kerk zondags nog vol, zegt de koster. „Maar de mensen werden ouder en vielen weg. Hun plaatsen zijn niet ingenomen door kinderen en jongeren. Het is wel heel treurig. Wat moet je daaraan doen? Ik zou ’t niet weten. Misschien heeft de kerk niet genoeg ingespeeld op de wensen van de nieuwe generatie. Aan de andere kant, mijn vader zou zeggen: Er moet natuurlijk eerst narigheid komen om de kerk weer vol te krijgen.”
In de jaren negentig gingen twee Haarloose kerken met elkaar verder, de hervormde gemeente en de plaatselijke vrijzinnig gemeente. En per 1 januari 2016 beleggen vier kerken uit de regio (Haarlo, Gelselaar, Geesteren en Borculo) in een van de vier dorpen een kerkdienst. Dan zit het nog niet vol, zo is het vermoeden.
Maar met Kerst zat de kerk overvol. „Er waren wel 200 mensen. Dan komen ze voor genegenheid, saamhorigheid, voor het goede kerstgevoel. Kennelijk ervaren mensen eind december dat er toch wat meer moet zijn tussen hemel en aarde. Er moet wel wat zijn, maar we weten niet meer wat.”
In de muren zitten vier spitsboogramen met kleine ruitjes. Aan het kerkdak hangen vijf kroonluchters.
Aan de muur onder het orgel zit de „knop voor de bel.” „Als er iemand in het dorp overleden is, luiden we de kerkklok, precies om twaalf uur in de middag. Dat heet overluiden. Met dit ”over het dorp heen luiden” van de bel maken we bekend dat er een sterfgeval in het dorp is. Als je dus om twaalf uur hier de klok hoort, zeggen de mensen: „Hé, de kerk belt. Wie zou er overleden zijn?”
Een van de meer bekende predikant die Haarlo hebben gediend, was ds. Willem Banning (1888-1971). Banning was een vooraanstaand religieus socialist, medeoprichter van de Partij van de Arbeid en lid van de antidrankbeweging, de Blauwe Knoop.
De achtkantige vorm van de kerk in Haarlo wordt vrijwel uniek genoemd. Andere voorbeelden zijn de grote Koepelkerk in Arnhem (uit 1839) en de Koepelkerk in het Drentse dorp Veenhuizen (uit 1826).
Overdracht aan Gelderse stichting
De hervormde kerk van Haarlo werd in oktober 2015 overgedragen aan de Stichting Oude Gelderse Kerken. De hervormde gemeente was niet meer in staat voor het onderhoud van de kerk te zorgen. Namens de burgerlijke gemeente Berkelland was burgemeester Van Oostrum bij de overdracht aanwezig. In zijn toespraak benadrukte hij het belang van het kerkgebouw voor de lokale samenleving. Voor de kerkdiensten huurt de kerkenraad het gebouw nu van de stichting. Vanwege haar architectuurhistorische waarde werd de hervormde kerk van Haarlo (uit 1858) in 2001 aangewezen als rijksmonument. In de jaren 2012 en 2013 is de kerk gerestaureerd. Daarbij werd het stucwerk vervangen, een nieuwe vloer van geschuurd hardsteen gelegd, de kansel gerestaureerd en het liturgisch centrum vergroot.