Kerk & religie

Ds. Hudig, van hervormd tot remonstrants

De remonstrantse predikante Welmet Hudig-Semeijns de Vries van Doesburgh, die dinsdag de uitvaartdienst van prinses Juliana leidt, werd op 27 november 1977 bevestigd als hervormd predikant in Rotterdam-Kralingen. In 1996 maakte zij de overstap naar de Remonstrantse Broederschap.

Kerkredactie
24 March 2004 15:38Gewijzigd op 14 November 2020 01:04Leestijd 4 minuten
<center> Ds. W. Hudig </center>
<center> Ds. W. Hudig </center>

Ds. Hudig, geboren op 6 februari 1944, was gedurende een aantal jaren op theologisch en spiritueel gebied gesprekspartner van prinses Juliana. Ze studeerde theologie in Leiden en werd in 1977 beroepen als Nederlands hervormd predikant in Kralingen, waar zij al actief was als pastor bij de Vrije Jeugdkerk. Op 26 juni 1983 werd ze bevestigd als predikant te Hillegersberg (Bergkapel). In 1991 werd de vrijzinnige ds. Hudig geestelijk verzorger in het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam. In 1996 sloot zij zich aan bij de Remonstrantse Broederschap. Op 9 februari 1997 bevestigde prof. dr. E. H. Cossee haar als predikant van de remonstrantse gemeente in Rotterdam - die ze tot haar emeritering, vorig jaar, diende. Sinds haar vertrek werkt Hudig als oncologisch therapeut bij het Helen Dowling Instituut in Utrecht en Vruchtenburg in Rotterdam. Deze instituten bieden psychologische hulp aan kankerpatiënten.

Voor het eerst leidt een vrouw een uitvaartdienst van een lid van het Koninklijk Huis. Het is ook voor het eerst dat de voorganger niet tot de Nederlandse Hervormde Kerk behoort. In de uitvaartdienst van prins Claus ging de hervormde predikant C. ter Linden voor en hield de progressief katholieke dichter-theoloog Huub Oosterhuis de preek.

Prinses Juliana belichaamde de vrijzinnige oecumene. Ze kerkte in Baarn lang bij de doopsgezinden, daarna meestal bij de vrijzinnige geloofsgemeenschap NPB (Nederlandse Protestanten Bond). Het was bekend dat de ’oude koningin’ een sterk voorstander was van de vrouw in het ambt. Dat geluid had ze al in 1948 laten horen toen zij als prinses de gedelegeerden naar de oprichtingsvergadering van de Wereldraad van Kerken in Amsterdam op het Paleis op de Dam voor een lunch ontving. Volgens de huidige NPB-predikant uit Baarn, A. van Lunteren, heeft Juliana tot op hoge leeftijd voor de vrouw in het ambt gepleit.

Tot 1975, toen ds. H. C. Valeton een beroep uit Groningen aannam, was Juliana een trouw bezoekster van de doopsgezinde kerkdiensten in Baarn. Daarin ging ook haar (doopsgezinde) particulier secretaris, mr. J. van der Hoeven, af en toe voor. Hij was een zeer irenisch ingesteld kerklid. Door haar vrijzinnige inslag en haar afkeer van de kerkelijke verdeeldheid, die ze van haar moeder Wilhelmina had geërfd, hield Juliana een zekere afstand tot de hiërarchisch ingestelde Rooms-Katholieke Kerk en ook tot de Nederlandse Hervormde Kerk.

De remonstranten vormen een kerkgenootschap dat zijn wortels heeft in een felle strijd met de huidige Nederlandse Hervormde Kerk - waartoe de Oranjes behoren. Gematigde predikanten van de toenmalige Gereformeerde Kerk verzetten zich aan het begin van de 17e eeuw tegen het streven om bindende belijdenisgeschriften in te voeren. De hofprediker ds. Joh. Uytenbogaerdt legde hun opvattingen in 1610 neer in de zogeheten Remonstrantie. Daarin ging hij ook in op de verhouding tussen kerk en staat en op de leer van de uitverkiezing.

In het felle theologische geschil tussen remonstranten en contra-remonstranten speelden de Leidse theologen Arminius (remonstrant) en Gomarus (contraremonstrant) de hoofdrol. De eerste betoogde dat de mens een vrije wil heeft en het geloof kan aanvaarden of verwerpen, terwijl de tweede staande hield dat de Heere heeft voorbeschikt wie de eeuwige zaligheid verwerft en wie niet.

Deze strijd lag ook mede ten grondslag aan het politieke conflict tussen stadhouder Maurits en landsadvocaat Van Oldenbarnevelt, dat de laatste met de dood moest bekopen. De synode van 1618-1619 in Dordrecht beslechtte het pleit in het nadeel van de remonstranten.

De Remonstrantse Broederschap heeft heden ten dage ruim 7000 leden. Remonstranten voeren vrijheid en verdraagzaamheid hoog in hun vaandel en zijn wars van geloofsdwang en dogmatiek. Het kerkgenootschap heeft geen belijdenis, maar wel een beginselverklaring die de leden onderschrijven. Na de doopsgezinden waren de remonstranten in 1915 het tweede kerkgenootschap dat de vrouw in het ambt toeliet. In 1989 maakten zij als eerste kerkgenootschap ruimte voor de kerkelijke inzegening van homorelaties.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer