Prinses Juliana schreef in de kanselbijbel
Op heel jonge leeftijd trok prinses Juliana met haar ouders of alleen door Nederland en woonde allerlei officiële plechtigheden bij. De filosofie van moeder Wilhelmina was dat het volk de toekomstige koningin moest leren kennen. Terug naar deze provincies. Woensdag: Noord-Holland.
Honden dartelen over het strand achter de lage duinen van Julianadorp. Een vlieger komt klapperend naar beneden en scheert rakelings over de zandvlakte. Julianadorp pretendeert „het schoonste strand van de Noordkop” te hebben. De plaats adverteert ook met rust, ruimte, „altijd verse en frisse lucht”, veel zonuren en: „geen files naar het strand.”
Veel toeristen in het Noord-Hollandse Julianadorp komen uit Duitsland, net als de echtgenoot en de schoonzoon van de zaterdag overleden oud-vorstin. Het polderdorp is officieel net zo oud als Juliana was: bijna 95 jaar. In de kanselbijbel noteerde de prinses als tienjarige een zelfgekozen tekst: „Ik ben de wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster” (Openbaring 22:16b).
Op de kansel laat oud-voorzitter J. Vonk van dorpsvereniging ”Julianadorp Vooruit” zien dat koningin Wilhelmina het slot van vers 20 erboven schreef: „Amen. Ja kom, Heere Jezus.” Prins Hendrik koos voor Johannes 1:5: „En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.”
Een modern interieur doet afbreuk aan het oorspronkelijke karakter van het kerkgebouw. En ook de oorspronkelijke kanselbijbel raakte in onbruik. Hij ligt nu onder plexiglas.
Prinses Juliana was nog geen halfjaar oud toen haar moeder een brief uit Noord-Holland kreeg. Mr. P. Loopuyt wilde een buurtschap naar de koningsdochter noemen en vroeg Hare Majesteit daarvoor op 20 oktober 1909 toestemming.
Het vlek lag midden in polder Het Koegras, ten zuidwesten van marinestad Den Helder, in de kruin van de Kop van Noord-Holland. De polder was in 1824 drooggelegd. Twaalf jaar later waren er 250 inwoners en groeide de behoefte aan een eigen school. Het gemeentebestuur van Den Helder kocht daarop een oud gebouw en zette dat midden tussen de boerderijen. Eromheen ontstond de buurtschap Loopuyt, vernoemd naar de grondeigenaar.
Zijn kleinzoon vroeg in 1909 die naam te mogen inwisselen voor Julianadorp. Er werd een kerk gebouwd en Loopuyt verwachtte dat de buurtschap daardoor zou uitgroeien tot een dorp. Hij schreef koningin Wilhelmina dat hij ervan overtuigd was „dat bewoners en belanghebbenden zullen medewerken dat het nieuwe dorp zich den koninklijken naam waardig zal toonen.”
De vorstin op Paleis Het Loo reageerde binnen twee weken: „Met waardering werd door Hare Majesteit kennis genomen van het voornemen der belanghebbenden om aan het nieuw gestichte dorp den naam ”Julianadorp” te geven.” De naam van een winkelcentrum, het Loopuytpark, herinnert nog aan het verleden.
Naast Nederland kennen ook Suriname en Curaçao een Julianadorp. Ook in Nederlands Nieuw-Guinea werd een Julianadorp gesticht.
In het Noord-Hollandse Julianadorp nam de hervormde gemeente de nieuwe kerk op 30 april 1910 in gebruik: op de eerste verjaardag van het prinsesje. Loopuyt schonk een glas-in-loodraam. Daarin was het Nederlandse wapen met de koninklijke kroon aangebracht en, in sierlijke letters: ”Ter herinnering aan de geboorte van HKH Prinses Juliana der Nederlanden en aan de stichting van Julianadorp MCMIX.”
Prinses Juliana kwam met haar ouders op 30 mei 1919 op bezoek omdat ze het dorp wilde zien dat naar haar vernoemd was. Bij die gelegenheid gaven ze de kerk de kanselbijbel cadeau.
Het duurde een halve eeuw voordat Juliana voor de tweede keer ’haar’ dorp aandeed. Dat gebeurde in 1969, tijdens een reis langs gemeenten in de kop van Noord-Holland. „Ik zat in die tijd in de gemeenteraad en m’n dochter van zes, Ria, mocht de koningin bloemen aanbieden”, zegt Vonk. Julianadorp schonk de koningin ook twee dwerggeitjes, maar had nog meer in petto: ds. H. van Doorn overhandigde Juliana een fotokopie van het schutblad van de kanselbijbel waarop ze vijftig jaar eerder Openbaring 22:16 neerschreef. Ter plekke besloot de vorstin een kijkje in de kerk te gaan nemen.
Het staatshoofd is overigens vaker in de buurt geweest: aan Den Helder bracht ze twintig officiële bezoeken en daarnaast moet ze er ook meermalen incognito geweest zijn.
Julianadorp telt nu 15.000 inwoners, onder wie nogal wat marinemensen en forensen. In het vlakke omliggende land werd de veeteelt vanaf de jaren vijftig geleidelijk ingeruild voor de bollenteelt. De gereformeerde kerk, waar Vonk kerkenraadslid was, federeerde in 1996 met de hervormde. Behalve via de naam van het dorp is de naam van de nu overleden oud-vorstin ook verbonden aan een hotel, een residence, een restaurant, een protestants-christelijke basisschool, Strandslag Juliana en strandpaviljoen Juliana Beach.
Vlaggen hangen er in het dorp nauwelijks. Vonk: „Sommige mensen vragen of Julianadorp nu diep in de rouw is. Maar laten we even nuchter zijn: we praten over een dame van 94 die al tien jaar buiten beeld is.”