De man wordt verdacht van seksuele handelingen met een minderjarig meisje uit zijn gemeente. Het misbruik zou in de periode 2009 tot 2012 hebben plaatsgehad. Het meisje verkeerde in labiele omstandigheden vanwege seksueel misbruik door haar stiefopa. Ze zocht hulp bij haar predikant. Tegelijk paste ze veelvuldig op in diens gezin.

Volgens officier van justitie mr. Y. Rose heeft K. zijn positie als predikant ernstig misbruikt. „Er was sprake van een gezagsrelatie. Bovendien ging het om een minderjarig meisje in een kwetsbare positie. U heeft niet alleen haar, maar ook haar familie en de gemeente ernstig geschokt. Bovendien straalt uw gedrag af op andere geestelijken. Ik neem u dat zeer kwalijk.”

K. erkent een deel van de beschuldigingen. „Ik heb mijn grenzen overschreden. Maar ik deed het om haar te helpen. Zij had problemen; ze zocht steun en liefde bij mij.”

In een door het meisje opgenomen telefoongesprek lijkt K. te bevestigen dat hij geslachtsgemeenschap met haar heeft gehad, maar de man ontkent dat. „Het is onder hulpverleners niet ongebruikelijk dat je meepraat met je cliënt als zo iemand bijvoorbeeld boos is.”

Op een usb-stick bij K. thuis trof de politie foto’s met kinderporno aan. Ze waren alleen te bekijken met speciale software, die de man niet bezit. De herkomst van de foto’s is onduidelijk. Daarom vroeg de officier van justitie vrijspraak voor dit onderdeel van de tenlastelegging.

Mr. F. van Ardenne, raadsman van K., plaatste vraagtekens bij een deel van de beschuldigingen van het meisje. „Uit getuigenverklaringen blijkt dat zij wel vaker zaken heeft verzonnen.”

Het meisje las een persoonlijke verklaring voor waarin ze vertelde hoe het misbruik haar geestelijk in verwarring had gebracht. „Op zondag preekte hij, doordeweeks zat hij aan me. Een week voor de bediening van het heilig avondmaal stopte het, zodat hij in het reine kon komen.”

Ook K. legde een verklaring af. Hij zei zich verantwoordelijk te voelen voor de daden die hij heeft bekend en de gevolgen ervan „volledig” te zullen dragen.

De rechtbank in Rotterdam doet op woensdag 27 januari uitspraak.