„Registraties voorkomen medische misser”
DIRKSLAND. Wat hebben we liever: een patiënt die een keer minder wordt gewassen of een patiënt die de verkeerde medicijnen krijgt? Business unitmanager Bas den Hartog (52) van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland brengt graag enige nuance aan in de discussie over regeldruk en administratieve lasten in de ziekenhuiszorg.
Natuurlijk, Den Hartog krijgt als manager van onder andere de afdeling interne geneeskunde ook regelmatig signalen van artsen en verpleegkundigen dat er zoveel geregistreerd en gecontroleerd moet worden. Dat het veel tijd vergt om al die gegevens in te voeren. En dat er ook wel eens dingen dubbel gebeuren, zoals de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) constateerde in een dinsdag gepresenteerd rapport.
Maar veel van die controles en registraties hebben wel degelijk een positief effect, zo weet Den Hartog.
„Neem een oudere, thuiswonende mevrouw die haar heup breekt en daardoor in het ziekenhuis terecht komt. Het is bekend dat er bij 70-plussers dan een verhoogd risico is op een delier of delirium. Dat is een soort ‘kortsluiting’ in iemands hersenen waardoor die persoon verward raakt.
Het is dan belangrijk om door middel van een korte screening van drie vragen te achterhalen of die oudere mevrouw daarop wel of geen risico loopt. Bij gebleken risico wordt er preventief behandeld en dit voorkomt ondermeer langer verblijf in het ziekenhuis, blijvende schade of vroegtijdig overlijden.”
Een ander voorbeeld is dat een patiënt iedere keer als hij medicijnen krijgt, zijn naam, adres en geboortedatum moet noemen. Den Hartog: „Dergelijke extra controlemomenten voorkomen dat patiënten verkeerde medicijnen krijgen met alle gevolgen van dien. Natuurlijk kan het vervelend zijn om die gegevens iedere keer te checken, maar beter dat dan een medische misser begaan waardoor een patiënt schade ondervindt of zelfs overlijdt. De medicatieveiligheid is de laatste jaren verbeterd, fouten worden beter geregistreerd dan vroeger en als ze nog voorkomen wordt er beter op geanticipeerd om ze te voorkomen.”
Dat die registraties en controles veel tijd en energie vergen en dat de verpleegkundigen daardoor minder tijd hebben voor de dagelijkse zorg van patiënten, ziet Den Hartog ook. „Maar wat is dan belangrijker: de primaire veiligheid van de patiënt of dat zijn dekens netjes opgeschud zijn als het bezoek komt?”
De unitmanager ziet ook wel dat sommige registraties hun doel voorbij schieten en dat bepaalde administratie dubbel moet worden uitgevoerd: bijvoorbeeld voor de zorgverzekeraars én voor de inspectie. „Het zou goed zijn als die dubbelingen er zoveel mogelijk uitgehaald worden. In sommige gevallen corrigeert dat zichzelf wel.
Specialisten en verpleegkundigen staan voor de enorme uitdaging om bij iedere administratieve handeling zich af te vragen of die van toegevoegde waarde is voor de patiënt of dat het zijn doel voorbij schiet. In dat laatste geval moet er zeker aan de bel getrokken richting voorschrijvende instanties als zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), want de werkdruk in een ziekenhuis is al hoog genoeg.”