Handwerk en denkwerk helpen boer in Zuid-Afrika (met video)
De aanhoudende droogte brengt boeren in Zuid-Afrika in de problemen. Tot de jaarwisseling viel er in delen van het land minder dan 100 millimeter regen. Toch heeft boer Jaap Suurd uit Lichtenburg nog hoop op een goede oogst.
In 23 jaar tijd was het niet zo droog in Zuid-Afrika. De extreme omstandigheden worden toegeschreven aan het klimaateffect El Niño. Daardoor is het in de Afrikaanse zomer, die duurt van november tot maart, snikheet. Bovendien valt er in sommigen gebieden nauwelijks een spat regen – tot nu toe. Mogelijk komt daar in de loop van deze week verandering in, omdat er regen en onweer verwacht wordt in de meeste Zuid-Afrikaanse provincies.
Voor boeren in de provincie Limpopo, ten noorden van Johannesburg, komt de regen te laat. Zij moesten vorige week honderden dieren afmaken. Voor runderen die al meer dan een week zonder water zaten, zagen ze geen andere optie. Een week eerder ging er zelfs een schok door het land toen een boer die door de extreme droogte zijn bedrijf te gronde zag gaan, zichzelf het leven benam.
„Alleen de droogte van 1991 tot 1993 was vergelijkbaar met die van nu”, zegt Jaap Suurd (53), die een gemengd bedrijf heeft in Lichtenburg, drie uur rijden ten westen van Johannesburg. „Dat was de periode waarin ik begon als boer. Een heel moeilijke tijd.”
Suurd heeft 1150 hectare grond, waarop hij hoofdzakelijk mais en zonnebloemen verbouwt. Daarmee is hij voor Zuid-Afrikaanse begrippen een ‘kleine’ boer. Collega’s hebben soms een veelvoud van het land in gebruik dat Suurd bebouwt.
De keuze voor het verbouwen van mais en zonnebloemen sluit aan bij de omstandigheden in de Noord-Wes Provinsie, waar van nature al weinig regen valt. „Gemiddeld valt er hier in het regenseizoen, tussen november april, ongeveer 550 millimeter neerslag. Maar de afgelopen jaren was het ook al droger dan gemiddeld. We hebben geprobeerd daarop in te spelen.”
Braak liggen
De afgelopen jaren hebben boeren in de provincie geëxperimenteerd met het om de drie jaar braak laten liggen van het land. Het is een van de methoden waarmee de Noord-Wes Koöperatie (NWK), waarin Suurd en tientallen boeren uit de omgeving zijn verenigd, probeert in te spelen op de aanhoudende droogte. „Inmiddels kunnen we vaststellen dat akkers die een jaar braak liggen, in de twee jaren daarna een 30 procent hogere opbrengst leveren.”
Doordat er één keer in de drie jaar niet gezaaid of geoogst hoeft te worden, liggen de kosten lager. Bovendien is de kwaliteit van de geoogste mais hoger nadat de akker een jaar rust heeft gehad, zegt Suurd.
Kortgeleden besloot Suurd en zijn vrouw Christelle hun 250 schapen te verkopen en door te gaan met geiten. Hij heeft er zo’n 200. „Schapen hebben meer water nodig dan boerbokken, een specifiek Afrikaans geitenras. Kenmerkend voor deze dieren zijn de rode kop, de afhangende oren en een wit lijf. Deze dieren zijn beter bestand tegen de harde leefomstandigheden in deze omgeving.”
Het voortdurend op zoek gaan naar verbeteringen in het productieproces kan Afrikaanse boeren helpen om te gaan met de schommelingen in het klimaat, denkt Suurd. „Daardoor is de landbouwproductie in het land de laatste jaren redelijk op peil gebleven. En dat ondanks de landhervormingen van de overheid, die landbouwgrond heeft opgekocht ten behoeve van de zwarte bevolking. Daardoor is het totale areaal aan beschikbare akkergrond afgenomen.”
Rode grond
Rijdend in een ”bakkie”, een terreinvoertuig met een grote laadbak, laat Suurd zijn land zien. Honderden meters gaat het langs kale akkers met rode grond die braak liggen. Dan een stuk glooiend land met mais, zo ver het oog reikt. Suurd stapt uit en graaft met zijn handen wat grond weg. „Zie je dat? De wortels van de mais komen bijna een meter van de plant af. Toch staat de mais er goed bij: je ziet dat er naast de stam meerdere loten opkomen.”
Suurd plant de zonnebloemen en de mais in november en december. De zonnebloemen worden in mei geoogst, de mais in juli. „We hopen op regen in de komende twee weken. In combinatie met handwerk en denkwerk is dat nodig om de oogst te garanderen. Denkwerk, omdat we door het rotatieschema met de grond –dat al stamt uit de tijd van de Bijbel– de productie op peil houden. We hebben dit oogstseizoen nog maar 100 millimeter regen gehad, en toch staan de gewassen er goed bij. Maar ook handwerk: gevouwen handen om Gods zegen op ons werk. Het zijn geen makkelijke jaren voor boeren, maar we zien dat wie het van de Heere verwachten, niet beschaamd worden.”
Dit is deel 1 in een tweeluik over de droogte in Afrika. Morgen in Puntkomma deel 2.