„Religieus erfgoed moet verkondiging dienen”
HAARLEM. Religieus erfgoed dient de geloofsverkondiging. Met dat uitgangspunt in het achterhoofd stelde de Nederlandse Oud-Katholieke Kerk een boek samen over oudkatholieke kerkgebouwen en hun interieur.
Het in stand houden van het kerkelijk erfgoed heeft alleen zin als dat erfgoed van tijd tot tijd wordt gebruikt, stelt de Haarlemse oudkatholieke bisschop D. J. Schoon in zijn voorwoord. „Het religieus erfgoed kan niet worden behouden om louter esthetische of nostalgische redenen. Want dan wordt het bezit eerder verraad aan de geloofsverkondiging dan werkelijke overlevering ervan.”
De omgang met religieus erfgoed heeft alles te maken met de opdracht die een kerk „vanuit de traditie aangereikt krijgt om het geloof verder te dragen”, stelt Schoon. Zeker de traditionele kerkinterieurs zoals die van oude kerken zijn in deze „jachtige wereld van vandaag” aantrekkelijk voor mensen die méér zoeken dan de waan van de dag. Daar ligt een kans voor de kerk, vindt Schoon.
In het boek ”Oud-katholiek erfgoed. Eigentijds geloofsleven verbonden met de historie” laat Lia Schade van Westrum zien hoe de oudkatholieken –zij wijzen onder meer de rooms-katholieke dogma’s over Maria’s onbevlekte ontvangenis en de onfeilbaarheid van de paus af– eeuwenoude tradities vertalen naar hedendaagse kerkgebouwen. Het boek (uitg. WalburgPers, Zutphen) is deel twee van een tweeluik. In het eerste stonden de oudere, historische oudkatholieke kerkgebouwen, vooral ook schuilkerken –de kerk ontstond begin 18e eeuw– beschreven. In het recent verschenen deel de jongere bedehuizen.
De oudkatholieken hebben in de negentiende en twintigste eeuw verschillende kerkgebouwen aangekocht. Soms vervingen die de oude schuilkerken. In andere gevallen ging het om opvang van de groei of het ontstaan van parochies elders in Nederland.
IJmuiden is zo’n plek. Daar groeide de oudkatholieke gemeenschap eind negentiende eeuw flink doordat vissers uit Egmond en Den Helder er zich vestigden. De parochie groeide er halverwege vorige eeuw uit tot de grootste in Nederland. Onderkomen van de oudkatholieken werd de H. Engelmunduskerk, een stijlvol, sober, neoromaanse ontwerp. Een model van een stoomvissersboot in de kerk houdt de herinnering aan de nauwe band met de zeevissers levend. Inmiddels loopt het aantal oudkatholieken in IJmuiden weer terug.
Sinds vorig jaar wordt daarom de tweede, moderne H. Adelbertuskerk niet meer gebruikt door de oudkatholieken. Die jarenzestigkerk heeft weinig van de gewijde sfeer van de Engelmunduskerk.
In Alkmaar, Den Helder, Hengelo, Groningen en Eindhoven bezit de geloofsgemeenschap ook modernere gebouwen. In Arnhem heeft de kerk uit de jaren dertig weer iets van het neoromaanse.
In Middelburg liep het anders. De kleine oudkatholieke gemeenschap was er klein. Deze eeuw groeide echter toch de behoefte om een eigen onderkomen te hebben. In 2012 trok zij in bij de luthersen in hun monumentale kerk aan de Zuidsingel in de provinciehoofdstad. Sinds kort is de kerk uit 1742 eigendom van de Zeeuwse oudkatholieken. Langs de muren staan nog steeds de statige herenbanken, maar in het midden plaatsten de nieuwe eigenaars stoelen in een kring. Daar vinden nu de diensten plaats. Het Duyschotorgel uit 1706 trekt nog steeds orgelliefhebbers.
In het boek worden ook enkele Duitse parochies beschreven. Dat komt omdat de gemeente in Nordstrand, op een schiereiland voor de kust van Sleeswijk-Holstein, eeuwenlang een nauwe band had met de Nederlandse Oud-Katholieke Kerk. Dat was het gevolg van werkzaamheden van Nederlandse waterbouwkundigen in het gebied na een zware storm in 1643. Pas in 1920 ging de parochie over naar het Duits bisdom. De markante kerk van Nordstrand heeft kunstige metselwerkversieringen. Ook in Bonn beschikken de oudkatholieken over een historisch –zeventiende-eeuws– kerkgebouw.
Bijzonder is de vormgeving van de Christ Auferstehungskirche in Keulen. De kerk werd bij bombardementen in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Na een poos in een noodonderkomen te hebben gebivakkeerd, bouwden de oudkatholieken eind vorige eeuw een nieuwe kerk. Op verzoek van de overheid gebeurde dat in een vorm die herinnerde aan de oude kerk die er tot voor de oorlog stond. Het glasrijke ontwerp heeft een stalen frame in de vorm van de oude kerk.