Onderzoek VS: hoe armer, hoe religieuzer
WASHINGTON. Hoe armer een land, des te religieuzer zijn de burgers. De Verenigde Staten en China vormen de grote uitzonderingen.
Dat blijkt uit een studie van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Pew waarover de Duitse nieuwsdienst Idea zondag berichtte.
Het onderzoek brengt de samenhang tussen het bruto nationaal product en de religiositeit van het land in kaart. De meest religieuze landen zijn Ethiopië en Senegal. Daar zeggen respectievelijk 98 en 97 van de inwoners dat religie een belangrijke rol speelt in het leven. Tegelijkertijd behoren deze landen tot de armste in de wereld.
Volgens de studie speelt het geen rol welke religie in een land dominant is. Een moslimland als Indonesië (95 procent vindt religie belangrijk) is even arm als de christelijk gestempelde Filipijnen (87 procent is religieus), het overwegend hindoeïstische India (80 procent) of het religieus gemengde Nigeria (88 procent).
In Japan, Australië en Frankrijk betekent religie het minst (respectievelijk 11, 14 en 18 procent). Deze landen behoren tot de rijkste naties van de wereld.
Er zijn twee uitzonderingen: de Verenigde Staten en China. In Amerika geeft 53 procent van de bevolking aan dat godsdienst belangrijk is in hun leven. Tegelijkertijd behoren de Amerikanen tot de rijkste volken ter wereld. De tweede uitzondering is China. Hier is godsdienst voor slechts 3 procent van de burgers van belang, de laagste waarde van het gehele onderzoek. Maar het bruto nationaal inkomen ligt op een krappe 13.000 euro, ongeveer hetzelfde niveau als dat van Algerije.